Kerk & religie

Dag en nacht

4 February 2005 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 02:11

Wij zien hier de koning David in de benauwdheid van zijn hart, toen hij zijn zonden voor God zocht te verzwijgen. Hij was benauwd omdat de hand van God dag en nacht op hem lag en hem bestrafte. David moest gedurende die tijd de vertroostende gemeenschap van God missen. Hij voelde die niet.U zult vragen: Is God een mens zoals wij, met handen? O nee, God is een geest. Het is een oneindige en onbegrijpelijke geest, Die noch begin der dagen, noch einde des levens heeft. Nu dan, omdat het voor ons menselijke verstand onbegrijpelijk is en niet te doorgronden, komt God onze menselijke zwakheid tegemoet en schrijft Zich menselijke handen toe. Dat doet Hij opdat wij daardoor Zijn goddelijke eigenschappen, die anders onbegrijpelijk zijn, enigermate kunnen vatten.

Het is alsof David wilde zeggen: Het is niet vreemd, o God, toen ik mijn zonden voor U verzweeg, dat ik zulke verschrikkingen in mijn hart gevoelde. Ik ben nu verzekerd dat mij dit overkomt door Uw vaderlijke hand, mij ten beste. Zoals de hand van Gods kastijding zwaar op David lag, heeft diezelfde hand van God te allen tijde zwaar gelegen op Gods kinderen. Dat is in het bijzonder als Hij hen thuis bezoekt met kastijdingen van armoede, ziekte en andere kwellingen.

Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (Koninklijcke leyd-ster, 1656)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer