„Niemand praat over het ontkoppelen van de economie van de Europese Unie en de Chinese economie”, zei Borrell in Beijing. Toch zijn er „buitensporige afhankelijkheden” die het landenblok zou moeten aanpakken, vindt de Spanjaard.

Als voorbeeld noemde hij de productie van geneesmiddelen. Tijdens de coronapandemie werd het volgens Borrell duidelijk dat „geen enkele gram” paracetamol in Europa werd gemaakt, doordat veel productie verdween naar Azië. „Het is een zaak van gezond verstand om de toeleveringsbronnen te diversifiëren”, zei hij, erop wijzend dat China hetzelfde doet.

De EU is de belangrijkste exportmarkt voor China, maar de handelsrelatie staat geregeld onder druk. Zo kondigde de Europese Commissie onlangs een onderzoek aan naar vermeende oneerlijke handelspraktijken bij de verkoop van elektrische auto’s uit China, die te zwaar gesubsidieerd zouden zijn. Volgens zakenkrant Financial Times zint de Europese Unie ook op een onderzoek naar mogelijk oneerlijke staalsubsidies voor Chinese fabrikanten.

Een ander punt van frictie is chiptechnologie. Na aandringen van de Verenigde Staten heeft de Nederlandse regering de export van chipmachines van ASML uit Veldhoven bijvoorbeeld verder beperkt. Aanvankelijk mocht het bedrijf alleen zijn geavanceerdste machines niet verkopen aan Chinese klanten, maar daar kwamen onlangs ook bepaalde types van een oudere generatie chipmachines bij.