Verwarrend debat over euthanasie in Groot-Brittannië
LONDEN - In de Britse politiek en samenleving is een heftige discussie ontstaan over euthanasie. Het debat verloopt echter verwarrend, omdat de regering zich van geen boze opzet bewust is. Maar een tegenstander zegt: „Als deze wet 43 jaar geleden was aangenomen, zou ik hier niet zijn geweest.”
Niet verwarrend is het initiatief-voorstel van Lord Joffe. Het liberale lid van het Hogerhuis probeert steun te krijgen voor een wetsvoorstel dat artsen toestemming geeft patiënten te helpen bij zelfdoding. En als de patiënt daar niet meer toe in staat is, mag de arts ook zelf levensbeëindigend handelen.Het voorstel is radicaler dan de Nederlandse en de Belgische wet en laat dus aan duidelijkheid niets te wensen over. Daarom houdt ook vrijwel niemand er rekening mee dat dit in het wetboek zal belanden.
Verwarring bestaat er echter wel rond de ”Mental Capacity Bill” van de regering zelf. Deze wet is door het kabinet-Blair bedoeld als een „wettelijk raamwerk voor de bescherming van zwakkeren die niet in staat zijn hun eigen besluiten te nemen.” Het geeft bijvoorbeeld wettelijke status aan ”wilsbeschikkingen”, waarin iemand vooraf kan besluiten over een mogelijke toekomstige levensverlengende behandeling. Verder biedt de wet een regeling voor het machtigen van derden om namens de patiënt beslissingen te nemen. Ten slotte stelt het wetsvoorstel verwaarlozing en slechte behandeling strafbaar.
Het oogmerk van het wetsvoorstel is de rechten van de patiënt te versterken. Maar de Britse pro-lifebeweging ziet de wet als de introductie van euthanasie. Door de bepaling dat een gemachtigde op grond van een wilsbeschikking de behandeling kan laten staken, zou de regeling „euthanasie via de achterdeur” binnenbrengen.
Het plan van de regering heeft dwars door de politiek en de medische beroepsgroep een diepe kloof geslagen. De regering is er vast van overtuigd dat de wet alleen „bestaande regels” duidelijker vastlegt in het voordeel van de zwakkeren. De regerende Labour-partij in het Lagerhuis wilde daarom in december vasthouden aan de gebruikelijke fractiediscipline en leden niet toestaan tegen te stemmen. „We brengen geen wijziging aan in de huidige regelgeving”, aldus fractievoorzitter Peter Hain.
Labour-lid Kevin McNamara, een rooms-katholiek jurist en oudgediende in de partij, meende echter dat het voorstel neerkomt op „passieve euthanasie. Het maakt me niet uit of er een vrije stemming komt. Ik stem gewoon tegen”, liet hij onlangs weten.
Veel tegenstanders van de wet baseren zich op persoonlijke ervaringen. Een ander Labour-lid, Claire Curtis-Thomas, vertelde het verhaal van haar moeder, die aanvankelijk in een wilsbeschikking had gezegd in het geval van een ernstige beroerte geen behandeling meer te willen. Toen het echter zo ver kwam, veranderde ze van gedachten en door het voedingsinfuus leefde ze nog vijf jaar. „Ik zou willen verdedigen dat dit in veel opzichten haar beste jaren waren”, aldus mevrouw Curtis. Als een vreemde gewoon op de wilsbeschikking was afgegaan, zou het heel anders zijn gelopen.
De voormalige leider van de Conservatieve oppositiepartij, Iain Duncan Smith, sprak zelfs premier Blair aan op de „schandelijke” zaak. „Ik weet niet wat uw visie hierop is”, schreef Duncan Smith in een brief, „maar het kan toch niet waar zijn dat in deze tijd de meeste kwetsbare mensen tot de dood toe kunnen worden verhongerd en verdroogd, simpelweg omdat ze zelf niet kunnen spreken.”
Nog indrukwekkender was het optreden van de gehandicapte barones Chapman in het Hogerhuis. Enkele weken geleden uitte de politica, die vanwege een ernstige botaandoening in een rolstoel zit, haar „diepe bezorgdheid” over de wet. „Als deze wet 43 jaar geleden was aangenomen, zou ik hier niet zijn geweest”, zei ze. „Na mijn kinderjaren waren er vanuit puur medisch perspectief twee of drie gelegenheden waarop behandeling had kunnen worden gestaakt.”
Chapmans ouders hadden bij haar geboorte van artsen te horen gekregen dat ze doof, blind en zonder mentale functie zou opgroeien. „Maar we moeten mensen de kans geven te bewijzen dat artsen het fout hebben”, aldus de barones.
Volgens een onderzoek van enkele weken geleden is ongeveer de helft van de Britse huisartsen voor het recht patiënten te helpen sterven als ze daarom vragen. Tijdens hoorzittingen over het regeringsvoorstel bleek ook de steun vanuit artsenorganisaties onverwacht groot.
De British Medical Association (BMA) is wel tegen euthanasie, maar steunt toch deze wet. „Dit voorstel brengt geen euthanasie via de achterdeur. Het verleent wilsonbekwamen alleen dezelfde rechten als andere leden van de samenleving.”
De Voluntary Euthanasia Society (VES) is ook voorstander van de Mental Capacity Bill. De juridische erkenning van de wilsbeschikking ziet ze als een stap op weg naar volledige individuele keuzevrijheid rond het sterven.
Deze steun uit de pro-euthanasiewereld roept natuurlijk wantrouwen op bij pro-lifeorganisaties. De Society for the Protection of the Unborn Child (SPUC) zegt niet altijd tegen het stopzetten van een behandeling te zijn, zolang het maar niet de intentie is om de patiënt te doden. „Maar om een patiënt opzettelijk te laten sterven door levensverlengende behandeling te beëindigen, is onjuist en moet -om de zwakken te beschermen- uit de wet worden gehaald”, aldus SPUC.
Het wetsvoorstel komt volgende week nog een keer aan de orde in een commissie van het Hogerhuis. In maart pakt het Lagerhuis de wet weer op.