Geen vervolg op film ”Submission”
Het Rotterdams Filmfestival weigert de film ”Submission” van Theo van Gogh en Hirsi Ali uit te zenden vanwege veiligheidsmaatregelen, zo is vorige week bekend gemaakt. Dr. Hans Feddema
vindt het niet verstandig dat Hirsi Ali koste wat het kost met een vervolg op de omstreden film wil komen. Hirsi Ali is terug. Ze kreeg een groots welkom in de Kamer. En daarna een interview van een uur met Paul Witteman in het tv-programma Buitenhof. Wie zou niet met haar meeleven, na wat haar ten deel viel?
Maar mijn twijfel over haar strategie blijft. Heeft haar partijgenoot Hans Wiegel niet gelijk als hij zegt dat het onliberaal is zich als kamerlid zo met godsdienst te bemoeien? Uitwassen als eerwraak, iets wat bij ons ook voorkwam in de Middeleeuwen, hebben meer met cultuur te maken dan met de religie. Maar hoe dan ook, alles wat strijdig is met de rechtsorde, moet worden tegengegaan en bestraft. Als Hirsi Ali daarin als kamerlid het voortouw wil nemen, is dat prima. Maar anders is het, als zij tegelijk een hele religie afschrijft.
Pim Fortuyn zette de toon met zijn ongelukkige uitspraak dat de islam een achterlijke religie is. Het effect daarvan galmde nog lang na in de samenleving, nog versterkt door de moord op Fortuyn. Er ontstond een klimaat waarin Theo van Gogh met een beroep op het vrije woord zich lange tijd grensoverschrijdend kon uiten, zonder dat we hem tijdig tot de orde riepen, een klimaat waarin ook een Neelie Kroes op het idee kwam Hirsi Ali als kamerlid de VVD binnen te halen.
Bemoeien
De kracht en de zwakte van Hirsi Ali is haar allochtoonzijn. Voor de autochtonen is dat een kracht. Wie kan, zo wordt geredeneerd, de islam beter aan de kaak stellen dan iemand afkomstig uit die kring? Dat ze die religie niet meer aanhangt, is voor hen geen punt, maar voor allochtonen is dat juist haar zwakte: „Je hoort niet meer bij ons, waar bemoei je je mee.”
Dat ze zich als activiste inzet voor de emancipatie van de vrouw, is eveneens tegelijk haar kracht en zwakte. Bij links valt dat goed, maar bij rechts-conservatieven, een deel van haar eigen achterban, niet. Behoudende autochtonen zien dit door de vingers. Zij richt zich immers op de islamitische vrouw en dat is veilig ver weg. Het versterkt hooguit hun eigen vooroordelen jegens moslims.
Voor allochtonen zelf is hulp in de strijd voor emancipatie waardevol, tenzij deze elitair is of van bovenaf komt en de strijd niet samen met hen wordt gevoerd. Het is dit waaraan het schort: Hirsi Ali verbindt haar strijd met kritiek op de religie en zit daarom al lang op dood spoor.
Groep van acht
Het is dan ook vreemd dat een aantal Nederlandse opinieleiders meegaat in haar strijd door in columns en artikelen een analoog geluid te laten horen. Trouwcolumnist Van Doorn schreef zo naar aanleiding van de door het tv-programma Netwerk in de openbaarheid gebrachte ”groep van acht” rondom Hirsi Ali -namelijk Herman Philipse, Leon de Winter, Paul Cliteur, Afshin Ellian, Hans Jansen, Sylvain Ephimenco, Jaffe Vink en Paul Scheffer- dat dat kleine groepen activisten er „alles aan doet om de maatschappelijke polarisatie inzake moslims extra op scherp te zetten met als doel: confrontatie.”
Het meest verontrustende vind ik dat Hirsi Ali op haar film ”Submission” een vervolg gaat maken, dat volgens haar daarvan „niet sterk zal verschillen.” Ze gaat dus geheel voorbij aan de kritiek op de vorm. Daaraan toegeven ziet ze als een knieval voor terroristen: „Theo van Gogh mag niet voor niets zijn doodgegaan.”
Confrontatie
Kortom, confrontatie blijft helaas troef bij haar. Dat wordt dan gezellig de komende tijd. Of ”bloedlink”, in de woorden van de historicus Geert Mak, die er terecht op wees dat koranteksten op vrouwenlichamen ook vernederend zijn voor de moslimvrouwen voor wie de film is bedoeld.
De controverse hierover draait om het verschil in methode. De strategie, dus de wijze waarop je strijdt voor het goede doel, is minstens zo belangrijk als het doel zelf, hield Mahatma Gandhi de mensheid bij herhaling voor. Confrontatie werkt nu ook niet. Het doet allochtonen verstijven en duwt de autochtonen in de richting van islamofobie.
Hirsi Ali bewondert de Amerikanen om hun strijd tegen het terrorisme. Maar hebben de Amerikanen dat zelf niet mede in het leven geroepen? Zoeken zij, nu de geest uit fles is, de oplossing niet veel te veel in nieuwe confrontatie en militair geweld? Dit voedt al-Qaida, waardoor de spiraal van geweld en polarisatie blijft bestaan.
Het wordt tijd dat die wordt doorbroken en dat we daar in Nederland mee beginnen door de strijd tegen de islam te staken. Een vervolg op de film ”Submission” is uiterst onverstandig. Als Hirsi Ali, al dan niet na intern beraad in de VVD-fractie, alsnog van dit plan afziet, dient dat de cohesie en verzoening in onze samenleving zeer.
De auteur is antropoloog, publicist en vredesactivist.