De korpsleiding had de agenten ontslagen wegens plichtsverzuim. Het ging daarbij onder meer om pesterijen op de werkvloer, het ondermijnen van hun leidinggevenden, allerlei uitingen op WhatsApp, misbruik van bevoegdheden, het onjuist administreren van in beslag genomen spullen, valse meldingen op Meld Misdaad Anoniem en het onbevoegd rondkijken in politiesystemen.

De vijf hadden volgens de rechtbank grensoverschrijdende WhatsApp-berichten en foto’s naar elkaar gestuurd. Dat valt volgens de rechtbank onder vrijheid van meningsuiting. De korpsleiding had alvorens tot ontslag over te gaan eerst de Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ambtenaren (Agfa) om advies moeten vragen. Dat is niet gebeurd en daarom kan het strafontslag niet worden gebaseerd op deze feiten. Voor drie agenten betekent dit dat er te weinig gronden overblijven voor strafontslag. De korpsleiding moet in hun zaak een nieuwe beslissing nemen.

Twee andere agenten zijn wel terecht op straat gezet, vindt de rechtbank. „Het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht moeten kunnen vertrouwen op de juistheid van opgemaakte processen-verbaal. Valse processen-verbaal leiden tot ondermijning van onze rechtstaat en zijn funest voor het vertrouwen van de burger in deze rechtstaat. Dit geldt ook voor valse MMA-meldingen. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank ernstig plichtsverzuim op.”

In totaal heeft de korpsleiding indertijd elf agenten bestraft, van wie vijf met strafontslag. De zes anderen kregen lichtere straffen, zoals degradatie, overplaatsing of het intrekken van verlofuren.

De politie laat in een reactie weten de tijd te nemen om de uitspraken te bestuderen.