„Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld.”
Mattheüs 25:34

De zaligheid is bereid voor Gods gunstgenoten, om geopenbaard te worden in de laatste tijd. Christus zal op de wolken des hemels komen om te oordelen de levenden en de doden. Hun zaligheid, die wel bereid is vóór de grondlegging der wereld, verworven door het bloed van Christus en voor hen bewaard in de hemelen, die evenwel nu nog grotendeels, voor henzelf en voor alle andere mensen, verborgen is, zal openlijk in zijn volle luister en schitterender glans geopenbaard worden. Hun lichamen zullen weer met hun zielen verenigd en levend gemaakt worden, uit het stof des doods verrijzen en aan het verheerlijkt lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt worden, om dus de zaligheid, die voor hen bereid is, te kunnen genieten, en Christus in de volle glans van Zijn heerlijkheid te kunnen zien zoals Hij is. Zo zullen zij door de Rechter der ganse aarde, voor engelen en mensen genodigd worden om te beërven dat Koninkrijk dat voor hen bereid is vóór de grondlegging der wereld. Zij zullen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet in de lucht, om zo altijd met de Heere te wezen, wanneer zij ingeleid zullen worden in het huis des Vaders, in de erfenis der rechtvaardigen, om die zaligheid, die voor hen bereid, verworven en bewaard is, eeuwig en volmaakt naar ziel en lichaam te genieten, en de zalige Drie-enige Verbondsgod te verheerlijken.

Christiaan Salomon Duytsch,
predikant te Mijdrecht

(”De gelukstaat, de roem en de bewaring van een gelovig christen, voorgesteld in drie leerredenen”, 1779)