Israël maakt gebaar naar Palestijnen voor top
Israël heeft donderdag besloten tot een aantal maatregelen om zijn goede wil te tonen aan de Palestijnen. Beide kampen koesteren de hoop dat premier Ariel Sharon van Israël en de Palestijnse president Mahmud Abbas tijdens hun ontmoeting op 8 februari een formeel bestand zullen aankondigen.
Sharon en Abbas treffen elkaar in de Egyptische badplaats Sharm al–Sheikh op uitnodiging van de Egyptische president Hosni Mubarak. Ook de Jordaanse koning Abdullah is bij de top aanwezig. De geplande ontmoeting tussen Sharon en Abbas is de eerste Israëlisch–Palestijnse top na ruim vier jaar van geweld.
Tijdens een vergadering van Sharon met een aantal van zijn ministers in Tel Aviv werd besloten tot de vrijlating van negenhonderd Palestijnse gevangenen, in twee fasen. Vijfhonderd zouden binnenkort vrijkomen en nog eens vierhonderd in de komende drie maanden. Het gaat alleen om Palestijnen die geen Israëli’s hebben gedood. Het zijn er echter nog veel minder dan de duizenden die Abbas bevrijd wil hebben.
De betrokken ministers stemden ook in met de overdracht van vijf steden op de Westelijke Jordaanoever aan de Palestijnen. Het Israëlische leger zal zich de komende dagen uit Jericho terugtrekken en later ook uit Bethlehem, Qalqilya, Tulkarem en Ramallah. Daarnaast keurden de ministers goed dat de zeehaven van de Gazastrook open gaat.
Sharon benadrukte dat met deze plannen nog geen sprake is van uitvoering van de routekaart, het vredesplan voor het Midden–Oosten uit 2003, dat de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, de Europese Unie en Rusland hebben opgesteld. Ze vormen naar zijn zeggen slechts een eerste stap om de weg vrij te maken voor die uitvoering.
Israël is verder bereid te stoppen met de jacht op militante Palestijnen die op de lijst van gezochten staan, mits die stoppen met het plegen van aanslagen en hun wapens inleveren. Dan zou ook een aantal grensovergangen naar de Gazastrook kunnen worden geopend en zouden enkele controleposten kunnen verdwijnen. Minister van Defensie Shaul Mofaz onderstreepte dat deze maatregelen „omkeerbaar" zijn en pas ingaan als Palestijnse militante groeperingen zich onthouden van geweld.
Abbas heeft zich vanaf zijn verkiezing op 9 januari ingezet om de Palestijnse militante groeperingen over te halen geen aanslagen meer tegen Israëli’s te plegen. Dat heeft nog niet geleid tot een officieel staakt–het–vuren, maar het geweld van Palestijnse zijde is wel drastisch gedaald.
Een naaste medewerker van Sharon heeft echter gewaarschuwd voor te veel optimisme. Hij zei dat de ontmoeting tussen Sharon en Abbas niet de gelegenheid is voor politieke onderhandeligen, maar slechts voor verklaringen. „Die zijn weliswaar van grote betekenis, maar het is nog te vroeg om te onderhandelen over de routekaart", zei de medewerker, die anoniem wenste te blijven.
Nog veel minder optimistisch is de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Silvan Shalom. „Als we alleen praten over een bestand, dan geeft dat de militanten tijd om hun infrastructuur weer op te bouwen en hun wapenfabrieken. En het geeft hun tijd om het geschikte moment te kiezen om het vredesproces op te blazen", zei Shalom voor de publieke radio.
Ook de analist van Arabische kwesties van de Israëlische krant Haaretz ziet geen doorbraak in de topontmoeting. „Het is slechts een grote zeepbel die snel zal knappen in ons gezicht na twee weken zonder geweld", schreef Danny Rubinstien.