Minister wil betaalde nevenfuncties niet verbieden
De linkse oppositie heeft geen goed woord over voor commissarissen der koningin die fors bijverdienen met betaalde nevenfuncties, maar minister Remkes van Binnenlandse Zaken gaat dat niet verbieden. Ook hoeven de commissarissen wat hem betreft het geld uit nevenfuncties niet te storten in de kas van de provincie.
Dat bleek donderdag in de Tweede Kamer tijdens overleg over de hoogte van salarissen van politici, topambtenaren en de top van organisaties die overheidstaken uitvoeren, zoals onder meer universiteiten en ziekenhuizen.
Het kabinet en vrijwel de hele Tweede Kamer vinden dat deze salarissen niet hoger mogen zijn dan het salaris van een minister, zo’n 122.000 euro. In tegenstelling tot een minister mag een commissaris van de koningin wel een betaalde nevenfunctie hebben, waardoor die in praktijk veel meer kan verdienen dan premier Balkenende.
Minister Remkes stuurt wel binnen enkele weken een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer, dat bepaalt dat de nevenfuncties openbaar moeten worden gemaakt. Volgens Remkes zouden nevenfuncties alleen mogelijk moeten zijn als die niet zoveel tijd vergen dat de hoofdfunctie in het gedrang komt. Bovendien dient bij nevenfuncties iedere schijn van verstrengeling van belangen met de hoofdfunctie te worden vermeden. Volgens Remkes is het aan de provinciale staten om te beoordelen of aan deze voorwaarden wordt voldaan.
In het beleid over de beloning van politici en topambtenaren neemt het kabinet goeddeels aanbevelingen over van de commissie Dijkstal. Die commissie buigt zich nu nog over de vraag of de ’koppeling’ tussen het salaris van de commissaris van de koningin en de ministers moet blijven, aldus Remkes.