VR-bril nieuw gereedschap in koffer van fysiotherapeut
Fysiotherapeuten maken steeds meer gebruik van virtualrealitybrillen. De toepassingen zijn divers: van revalidatie en pijnvermindering tot ontspanning en educatie. Behandelaars én patiënten zijn enthousiast.
Riny Clement (71) ligt al een halfjaar in de Sint Maartenskliniek in Ubbergen. Hij is aan bed gekluisterd na een val in zijn huis op 12 februari, waarbij hij met zijn achterhoofd tegen de muur in het toilet viel. Door het ongeluk liep hij een hoge dwarslaesie op: van zijn borst tot zijn tenen is hij verlamd. „Ik ben net een baby’tje”, zegt hij. „Dit gun ik niemand, behalve die meneer in Moskou.”
Zijn hoofd kan hij een beetje bewegen. Als hij zijn hoofd te ver draait, doet het pijn. Een paar keer per dag leggen verpleegkundigen hem op zijn zij, om doorligplekken te voorkomen. Ook dat is een pijnlijke exercitie.
Toch is beweging, hoe gering ook, heel belangrijk. Anders wordt zijn nek te stijf en verslappen zijn spieren te veel. Daarom doet hij nekoefeningen, waarbij hij gebruikmaakt van een virtualrealitybril (VR-bril). Daarmee kan hij een soort spellen doen in een virtuele wereld. En dat bevalt hem goed.
Verpleegkundige Nancy Ramaker (24) helpt Clement daarbij. Hij is de eerste patiënt bij wie ze gebruikmaakt van de VR-bril. Drie keer per week doet ze een sessie met hem. Ze zou het wel vaker willen, maar heeft daar geen tijd voor.
Visjes
Ook deze middag, rond vijf uur, zet ze een bril bij hem op. Op een tablet start ze een programma. Eerst kijkt ze hoever Clement zijn hoofd kan bewegen zonder dat het pijn doet, iets wat elke dag weer anders kan zijn. Die gegevens gebruikt het programma voor het bepalen van het speelveld.
Als dat is gebeurd, start Ramaker het spel. Clement moet visjes vangen met een draak. Telkens duikt ergens in het speelveld een visje op. Clement vangt de visjes door met zijn hoofd de goede richting op te bewegen. Dat doet hij dan ook: naar links, naar rechts, naar boven en naar onder. Op de tablet zijn de verrichtingen te volgen. Bij een tweede spel moet hij diamanten in een grot verzamelen.
Na twee keer vijf minuten zit de sessie erop. Ramaker haalt de bril van Clements hoofd. „Oei, dat is hard werken”, lacht de zeventiger. Zijn hoofd is rood van inspanning. Clement is een positief mens, ondanks dat zijn mogelijkheden zeer beperkt zijn. Af en toe maakt hij een grapje. Hij is blij dat hij vorderingen merkt: sinds kort kan hij zijn vingers weer iets bewegen.
Wedstrijdje
Ramaker vindt de VR-bril een „fantastisch” hulpmiddel. „Het is fijn om te zien dat Riny minder pijn heeft”, zegt ze. Zijn nek kan hij dankzij de oefeningen met de bril steeds verder bewegen. Ook doet het sinds kort geen pijn meer als hij op zijn zij wordt gedraaid.
Het kostte de verpleegkundige weinig inspanning om de techniek onder de knie te krijgen, zegt ze. Zelf leerde ze het van een collega. Inmiddels kunnen zeven mensen op haar afdeling ermee overweg.
Ook op andere afdelingen in de Sint Maartenskliniek maken therapeuten in toenemende mate gebruik van de VR-bril, zegt Guy Gilbers in een kamer verderop in het ziekenhuis. Hij is behalve fysiotherapeut en manueel therapeut op de afdeling revalidatiegeneeskunde ook projectleider VR & revalidatie binnen het innovatieteam van het ziekenhuis. „De bril helpt om patiënten op een leuke manier in beweging te laten komen.”
De fysiotherapeut staat in een kamer die in 2020 speciaal voor VR-toepassingen is ingericht. Naast de deur staat een spelcomputer, die de gebruiker met zijn polsen kan bedienen. Aan de muur hangt een groot beeldscherm, waarop omstanders de verrichtingen van spelers kunnen volgen. Op een andere plek aan de muur hangt een groot vel papier, waarop puntenscores staan. Patiënten maken er blijkbaar een wedstrijdje van.
Midden in de ruimte liggen drie VR-brillen op een hoge tafel. Eén daarvan is verbonden met een spelcomputer en sensoren op de muur. Met behulp van die sensoren detecteert de spelcomputer de bewegingen van de gebruiker. In de andere brillen zitten bewegingssensoren ingebouwd. Een van de brillen kan aan sensoren op de romp en de ledematen worden verbonden. Dat maakt het mogelijk om oefeningen met deze lichaamsdelen te doen.
Helikopter
De VR-brillen ondersteunen verschillende softwareprogramma’s. Een aantal van deze spellen is ontwikkeld door twee Nederlandse softwarebedrijven: inMotion VR in Den Bosch en SyncVR Medical in Utrecht. In totaal heeft Gilbers een arsenaal van tientallen programma’s tot zijn beschikking. „We kijken per patiënt wat hij nodig heeft en welk programma voor hem het meest geschikt is.”
Hoog tijd om de proef op de som te nemen. Gilbers zet een bril bij me op en start een programma bedoeld voor pijneducatie. Om mij heen zie ik een stad met wolkenkrabbers. Auto’s en bussen zoeven voorbij. Even later vliegt een helikopter over. Ik stap een lift in, die me meeneemt naar een verdieping hoog in een wolkenkrabber. Als de liftdeur weer opengaat, zie ik een smalle loopplank voor me. Daar loop ik voorzichtig overheen. Vanaf de plank kijk ik naar beneden, de diepte van de stad in. Het zweet breekt me uit. Gilbers vraagt of ik een stapje opzij wil zetten. Dat aanbod sla ik af, uit vrees in de diepte te storten.
De fysiotherapeut legt uit dat dit programma patiënten helpt door ze laten ervaren dat een virtuele dreiging fysieke reacties kan uitlokken, zoals spierspanning en zwetende handen. Zo kunnen mensen pijn hebben aan een ledemaat dat er niet meer is (fantoompijn) of in een lichaamsdeel waar niets aan mankeert. De pijn is echt, terwijl er geen fysieke oorzaak voor is.
Wondverzorging
Er zijn meer toepassingen voor virtual reality. Gilbers vertelt dat er onlangs een programma is ontwikkeld voor mensen die geopereerd moeten worden. Daarvoor is de route naar de operatiekamer gefilmd. „Bij sommigen neemt de spanning voor een operatie af als ze weten wat hun staat te wachten”, legt de fysiotherapeut uit. „Dit is echt zorg op maat, want niet iedereen heeft de behoefte om te weten wat er precies gaat gebeuren.”
Virtual reality wordt ook gebruikt ter afleiding tijdens pijnlijke medische procedures. Zo heeft het Martini Ziekenhuis in Groningen een aantal jaren geleden onderzoek gedaan naar het effect van afleiding door VR bij het verminderen van pijn en angst tijdens de wondverzorging. Daaruit bleek dat de techniek bij 31 van de 41 proefpersonen de pijn vermindert, met gemiddeld zo’n 40 procent. Bij zeven patiënten nam de pijn toe, bij drie personen was er geen effect.
Het nut van virtual reality voor pijnbestrijding is inmiddels ruim voldoende aangetoond, stelt prof. dr. Harry van Goor, hoogleraar chirurgieonderwijs en innovatie aan het Radboudumc. „Wij doen er daarom geen studies meer naar.” Tot nu toe zijn er zeker vier zogeheten reviews verschenen waarin alle onderzoeken naar pijnbestrijding met VR zijn geanalyseerd. Volgens de chirurg is er minder bewijs voor het gebruik van VR bij de revalidatie van patiënten met bijvoorbeeld hersenletsel of een geamputeerd been.
Speeltje
Virtual reality kan worden ingezet bij de behandeling van chronische pijn thuis of –in het ziekenhuis– bij acute pijn na een operatie. Van Goor, die op dit moment zo’n tien projecten heeft lopen naar VR-toepassingen, heeft uitgezocht hoelang het duurt voordat de behandeling zich terugbetaalt. De apparatuur en de inzet van personeel kosten immers geld. Uit de berekening komt naar voren dat ziekenhuizen de kosten van VR voor pijnbestrijding binnen twee jaar terugverdienen. Gebruik van VR buiten het ziekenhuis kan zelfs al na vier weken geld besparen, doordat patiënten minder vaak vanwege pijnklachten naar een hulpverlener hoeven.
„Veel mensen zien VR als een duur speeltje”, zegt Van Goor. „De techniek is echter veel goedkoper dan welke behandeling ook. Als je alle kosten bij elkaar optelt, kom je uit op zo’n 3 euro per dag.”
Terwijl de Sint Maartenskliniek virtual reality hoofdzakelijk binnen het ziekenhuis toepast, ziet Van Goor juist grote voordelen in thuisgebruik. „Stel dat iemand moet revalideren na een heupoperatie. Dan zou een patiënt prima thuis oefeningen met een VR-bril kunnen doen, terwijl een arts hem op afstand begeleidt. Na een reeks oefeningen worden de vorderingen geëvalueerd via bijvoorbeeld een videoconsult. Zo zou je een groot deel van de zorg in de toekomst virtueel kunnen organiseren. Daardoor hoeven mensen straks minder vaak naar het ziekenhuis of de huisarts, terwijl ze wel goed begeleid worden.”
Sneeuwbaleffect
Van Goor, die bezig is met een applicatie waarbij patiënten voorafgaand aan een operatie voedingsadvies krijgen, ziet meer voordelen. „Adviezen met behulp van VR beklijven beter dan mondelinge of schriftelijke adviezen, zeker bij mensen die moeite hebben met begrijpend lezen.”
„De bewijzen zijn er, maar het gebruik ervan blijft helaas nog achter”, zegt de hoogleraar chirurgieonderwijs en innovatie. „Onze acties zijn daarom nu vooral gericht op het implementeren en opschalen van VR-toepassingen.”
Ook dwarslaesiepatiënt Riny Clement zou graag zien dat virtual reality vaker wordt toegepast. „Ik hoop op een sneeuwbaleffect”, zegt hij vanaf zijn bed. „Dat ik erover vertel, doe ik niet voor mezelf, maar om anderen te helpen.”