Duitse industriële productie zet daling voort
De industriële productie van Duitsland is in augustus voor de vierde maand op rij gedaald. Duitse fabrieken hebben vooral last van de aanhoudende zwakke vraag uit China, personeelstekorten, hogere rentetarieven en de voortdurende impact van de energiecrisis van vorig jaar.
De productie daalde met 0,2 procent ten opzichte van juli, meldde het Duitse federale statistiekbureau Destatis. Economen hadden gerekend op een kleinere daling met 0,1 procent. Ten opzichte van een jaar geleden nam de productie met 2 procent af. Vooral in de bouw en de energiesector was sprake van een stevige productiedaling.
De vrees dat de grootste economie van Europa en de belangrijkste handelspartner voor Nederland in het derde kwartaal is teruggevallen in een recessie, is daarmee verder toegenomen, zegt hoofdeconoom Carsten Brzeski van ING in een reactie op de cijfers. Volgens hem ligt de Duitse industriële productie nu meer dan 7 procent onder het niveau van voor de coronapandemie. Vorige week werd al bekend dat de Duitse export in augustus sterker dan verwacht is afgenomen.
Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank (ECB), erkende onlangs ook dat de zwakte van de Duitse economie op de hele regio drukt. „Duitsland heeft zijn economisch model gebouwd op zeer goedkope energievoorraden en op exportmogelijkheden, vooral naar China”, zei Lagarde in een interview met La Tribune Dimanche zondag. „De voortdurende aanpassing in de Duitse economie beïnvloedt de groeivooruitzichten voor de gehele regio”, aldus Lagarde.
Economen verwachten dat het Duitse bruto binnenlands product (bbp), de maatstaf voor economische groei, in het derde kwartaal waarschijnlijk met 0,1 procent is gekrompen. Voor het hele jaar zou zelfs sprake kunnen zijn van een krimp met 0,6 procent.