De enige misdaad van Staphorster Emanuel Roos: hij was Jood
Op het kruispunt Oude Rijksweg-Conradsweg in Rouveen (gemeente Staphorst) is dinsdagmorgen een gedenksteen geplaatst. Een herinnering aan de Joodse dwangarbeiders van Kamp Conrad.
Dit werkkamp bevond zich tijdens de Tweede Wereldoorlog net achter de bebouwde kom van Rouveen, aan de Conradsweg. Joden moesten in 1942, op last van de Duitsers, in Rouveen en Staphorst werken aan lokale infrastructuur, zoals sloten en wegen. Dinsdag precies 81 jaar geleden werd Kamp Conrad ontruimd en moesten ruim 170 Joden van het kamp naar het station in Meppel lopen, vanwaar ze per trein via Westerbork werden afgevoerd naar de concentratiekampen. Slechts een enkele Joodse bewoner overleefde de oorlog. Kamp Conrad blijkt achteraf een perfecte fuik te zijn geweest voor de Duitsers om Joden te verzamelen.
Koos Geerds droeg dinsdag een gedicht voor dat was opgedragen aan de Staphorster Jood Emanuel Roos. Het luidt:
Op de lange lijst van gedeporteerden
staat ook de naam van Emanuel Roos;
voor jou en mij een volstrekt onbekende
en zijn enige misdaad: hij was Jood.
Hij woonde in Staphorst en kreeg een brief
met het bevel zich aanstonds te melden,
want burger of niet, zijn ras was verkeerd
en daarom moest ook hij het ontgelden.
Kamp Conrad: een paar honderd mannen,
een steeds strenger regime en het werk was zwaar;
de boeren hielpen met paarden en karren
en ’s avonds wachtte het prikkeldraad.
En zo groef hij sloten en effende wegen,
hij stond op appel en at zijn rantsoen,
bedacht in zijn wanhoop hoe hij kon vluchten,
wou niemand tot last zijn, besloot niets te doen.
Op Simchat Torah, de vrolijkste dag
van het Joodse jaar, werd het kamp ontruimd;
’s ochtends vroeg, in een doodstille mars,
ging het dwars door het dorp naar de trein.
Emanuel Roos verdween in de nevel
die altijd nog ligt over zijn wrede dood;
voor jou en mij een volstrekt onbekende
en zijn enigste misdaad: hij was Jood.