Slachtoffers Ethiopië verdienen verder onderzoek
Het is nog niet zo lang geleden dat westerse landen er bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties op aandrongen om de schendingen van mensenrechten in Ethiopië te onderzoeken. De slachtoffers verdienden gerechtigheid. Er kwam in december 2021 een speciale internationale commissie om onderzoek naar schendingen te doen in Ethiopië, met mandaat van de VN. Deze week liep het verlengde mandaat van de commissie stilzwijgend af, waarmee het werk tot een einde is gekomen. Geen enkel land had namelijk gevraagd om verlenging van het mandaat.
Dat zou goed nieuws kunnen zijn, als het werk van de commissie niet meer nodig zou zijn. Formeel is de oorlog in de Ethiopische regio Tigray immers voorbij. Er is echter helemaal geen reden om aan te nemen dat het in de regio, en in andere delen van Ethiopië, nu dermate rustig is dat er geen onderzoek meer nodig is. Integendeel. Volgens experts plegen troepen uit Eritrea, die in de strijd in Tigray samen optrokken met het Ethiopische leger, nog altijd misdaden tegen de menselijkheid. Ze verkrachten vrouwen en onderwerpen hen aan seksuele slavernij. Daarnaast zijn er berichten van buitenrechtelijke executies en massale arrestaties bij gevechten in de deelstaat Amhara.
Daags voor het verstrijken van de deadline waarschuwde de speciale commissie nog dat er een „zeer reëel en acuut risico bestaat dat de situatie verder zal verslechteren”. Commissielid Steven Ratner zei dat het „de taak is van de internationale gemeenschap om ervoor te zorgen dat onderzoeken doorgaan (…) en de ergste tragedies kunnen worden afgewend.” De oproep vond echter geen gehoor. Het roept de vraag op hoe lang de adem van westerse landen in dit soort zaken eigenlijk is. Doet gerechtigheid er werkelijk toe? Het is zonneklaar dat het werk van de commissie nog niet af was.
De Europese Unie kondigde intussen al wel een hulppakket van 650 miljoen euro aan Ethiopië aan, wat gezien kan worden als een eerste stap op weg naar het normaliseren van betrekkingen met het land. De eerdere eisen om eerst verantwoording af te leggen leken alweer nagenoeg vergeten. Het bleef bij een oproep aan de Ethiopische regering om de mensenrechtenschendingen in het land te onderzoeken en aan de kaak te stellen. De speciale VN-commissie stelde eerder echter al dat het door Ethiopië in gang gezette onderzoek „ver achterblijft” bij Afrikaanse en internationale normen. Ofwel: de slachtoffers staan in de kou.
In het Ethiopische buurland Sudan woedt intussen al zes maanden een oorlog die nog dagelijks slachtoffers maakt. Bijna 5,5 miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen, waarmee het volgens de VN „de snelst groeiende vluchtelingencrisis” van dit moment is. Onder de vele vluchtelingen die naar Zuid-Sudan zijn uitgeweken, loert de honger. Maar wie garandeert dat er in deze ordinaire strijd om de macht ooit gerechtigheid plaatsvindt? Als puntje bij paaltje komt: niemand – alle mooie woorden ten spijt.