Nobelprijs is erkenning voor verzet in Iran
De Nobelprijs voor de Vrede gaat naar de Iraanse mensenrechtenactiviste Narges Mohammadi. Zij krijgt de prijs in een week waarop beelden naar buiten kwamen van een 16-jarig meisje dat door de Iraanse zedenpolitie in coma zou zijn geslagen.
Dat meisje, Armita Garawand, werd door haar vriendinnen bewusteloos uit de metro in Teheran gedragen, zo was te zien op sociale media. Volgens de in Noorwegen gevestigde Koerdische organisatie Hengaw was ze door de zedenpolitie onderworpen aan „zware fysieke mishandeling”. Ze moest in coma naar het ziekenhuis worden gebracht. Garawand zou de in Iran geldende strikte islamitische kledingvoorschriften hebben geschonden.
Iraanse media vertellen een andere versie van het incident. Volgens hen werd het schoolmeisje zondag naar het ziekenhuis gebracht nadat ze bewusteloos was gevallen in de metro. Ze zou haar evenwicht hebben verloren door een daling van haar bloeddruk en met haar hoofd tegen een harde rand zijn gestoten.
Die verklaring maakt niet duidelijk waarom de moeder van Garawand, Shahi Ahmadi, later is gearresteerd. Volgens onder meer de nieuwswebsite Al-Monitor zou zij onder zware beveiliging worden vastgehouden.
De Nobelprijs voor de Vrede moet gezien worden als een steun in de rug voor meisjes zoals Armita Garawand en hun families. De Iraanse activiste Narges Mohammadi kreeg de prijs voor haar strijd tegen de onderdrukking van vrouwen in Iran en haar inzet voor mensenrechten en vrijheid, aldus het Noorse Nobelcomité vrijdag. De prijs is volgens het comité ook een erkenning voor de honderdduizenden mensen die hebben gedemonstreerd tegen het regime in Iran en zich nog altijd daartegen keren.
Gevangen
Vorig jaar gingen Iraniërs massaal de straat op nadat de 22-jarige Mahsa Amini stierf na haar aanhouding voor het dragen van een te losse hoofddoek. Mohammadi, vicevoorzitter van een Iraanse mensenrechtenorganisatie, wordt beschouwd als de leider van de protestbeweging.
De slogan van de protesten ”Vrouw, leven, vrijheid” is tekenend voor Mohammadi’s „moedige strijd die gepaard gaat met enorme persoonlijke offers”, stelt de voorzitter van het Noorse Nobelcomité. Mohammadi zit momenteel vast in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. De 51-jarige vrouw is sinds 2011 dertien keer opgepakt en meermaals veroordeeld, tot in totaal 31 jaar celstraf en 154 zweepslagen. Ondanks haar gevangenschap zorgt ze er volgens het Nobelcomité voor dat de protesten niet stoppen.
Mohammadi’s familie sprak vrijdag op Instagram van een „historisch moment voor Irans strijd voor vrijheid” en stelt dat niet alleen Mohammadi, maar alle Iraniërs met de Nobelprijs worden geëerd. „Vooral de dappere vrouwen en meisjes van Iran die de wereld hebben gegrepen met hun moed in de strijd voor vrijheid en gelijkheid.”
De protesten in Iran zijn wel bij uitstek de protesten van vrouwen genoemd. Niet alleen omdat de aanleiding de dood van een vrouw was, maar omdat het vooral ook over vrijheden voor vrouwen ging en omdat veel vrouwen openlijk hun nek uitstaken tijdens de betogingen.
Martelingen
Mohammadi portretteerde in 2020 voor haar film en boek ”White torture” verschillende activisten over de omstandigheden in de Iraanse gevangenis. De opgetekende getuigenissen zeggen veel over haar eigen situatie in de gevangenis. White torture vertelt onder meer veel over de martelmethoden waarvan Iran zich bedient om politieke activisten aan het praten te krijgen.
Een van de mensen die Mohammadi interviewde is de christelijke bekeerlinge Mary Mohammadi. „Ze willen informatie over de meest private onderdelen van mijn leven, waar ze niets mee te maken hebben, en maken daar denigrerende opmerkingen over”, vertelt zij aan haar naamgenote. „Ik begrijp ook niet waarom ik, wanneer ik ondervraagd werd over het christendom, geblinddoekt werd en met mijn gezicht naar de muur gekeerd (…), terwijl ik hen aan moest kijken als het over mijn personele zaken als vrouw ging.”
De Iraanse autoriteiten hebben de teugels sinds de protesten zeker niet laten vieren. „De Iraanse overheid probeert duidelijk te intimideren”, zei de Iraans-Nederlandse historicus Peyman Jafari recent in het Reformatorisch Dagblad. „Die wil echt laten zien dat ze de controle over de straat terugheeft”
Toch is de geest volgens de Iran-deskundige nog altijd niet terug in de fles. Een veel grotere groep vrouwen dan voorheen draagt de hoofddoek niet meer in het openbaar, zoals in restaurants of in de auto. De winst van de protesten is volgens Jafari dan ook dat vrouwen zich weer laten gelden in de publieke ruimte. „Ze zien dat ze niet alleen staan.” De Nobelprijs voor Narges Mohammadi is daar een duidelijke onderstreping van.