Nieuwe intercity’s nog vaak te laat, NS ziet wel verbetering
De nieuwe intercity’s van NS presteren door ‘kinderziektes’ nog niet significant beter dan de oude treinen op de hogesnelheidslijn (hsl) in de afgelopen jaren deden. Wel zit er volgens de NS een stijgende lijn in en dat stemt het spoorbedrijf tevreden. In de eerste maanden kwam zo’n 60 procent op tijd aan, inmiddels is dat gestegen tot 80 procent, vertelt programmamanager Maarten Bakker aan het ANP. Zo’n 3 procent van de treinen valt uit.
„We lopen tegen een aantal problemen aan die om software-updates vragen”, verklaart Bakker. „Sommige daarvan zijn simpel, andere ingrijpender.” Zo krijgen machinisten soms ten onrechte meldingen van het systeem. Bijvoorbeeld over de remmen, terwijl die gewoon goed werken. Daarmee gaat tijd verloren.
Als alle updates zijn gedaan, moet de Intercity Nieuwe Generatie (ICNG) opnieuw worden beoordeeld. Daartoe zal de NS in de loop van volgend jaar weer een dossier moeten inleveren bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De treinen kunnen in de tussentijd blijven rijden. Een eerder probleem met de deuren is opgelost.
Een volgende set updates wordt eind november uitgevoerd. „De trein zou hierdoor steeds beter moeten worden”, zegt Bakker. „Onze machinisten doen in de tussentijd meer ervaring op, ook dat helpt. Onze ambitie is dat de prestaties van de trein straks beter zijn dan die van de huidige treinen op de hsl.”
NS vervoert nu met tien ICNG’s reizigers. Onlangs zijn er nog twee geleverd. Met fabrikant Alstom is afgesproken dat die er vanaf dit najaar één per week levert. Begin 2026 moet de laatste van 99 treinen arriveren.
De ICNG vervoerde in april voor het eerst reizigers en rijdt nu op twee lijnen: de hsl tussen Amsterdam en Rotterdam en tussen Den Haag en Eindhoven, waaronder het hsl-traject tussen Rotterdam en Breda. Op de hsl spelen al jaren problemen, waardoor reizigers daar vaker vertraging hebben dan gemiddeld. Dieptepunt was de Fyra, die in 2013 na enkele maanden van het spoor werd gehaald. Daarna kwamen treinen met een losse locomotief. Die hebben soms moeite met overschakelen tussen ‘gewoon’ spoor en hsl. Dat kan de ICNG volgens NS beter.
Een ander probleem met infrastructuur zit bij Rijpwetering (Zuid-Holland). Daar mag momenteel maar 80 kilometer per uur worden gereden, vanwege een constructiefout in een viaduct.
Deze week is NS een testprogramma begonnen tussen Amsterdam en Brussel. Daar gaat volgend jaar een speciale ICNG-variant rijden. In 2025 wil de NS de snelheid er opvoeren, wat 45 minuten tijdswinst moet opleveren.