AP-voorzitter: overheid lijdt nog steeds aan datahonger
Er is nog steeds „een grote datahonger bij de overheid”, constateert Aleid Wolfsen, voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens. Tegenover de parlementaire enquêtecommissie die de fraudebestrijding in de afgelopen jaren onderzoekt, zegt hij dat de gegevens van mensen in steeds meer systemen terechtkomen.
„Er is een grote liefde om dat allemaal aan elkaar te koppelen, aldus Wolfsen. Met het idee „als we alles maar van iedereen verzamelen en bij elkaar harken, dan hoeven we alleen die mensen maar lastig te vallen die echt iets fout hebben gedaan. Een paradoxale redenering.” Hij schetste dat in het licht van het populaire woord ‘bestaanszekerheid’ juist mensen met onvoldoende koopkracht daar slachtoffer van worden, omdat zij toeslagen of bijzondere bijstand nodig hebben. „Kwetsbare mensen”, aldus Wolfsen, want met die data kan van alles misgaan.
„Ze staan permanent onder controle”, terwijl burgers niet weten wat de overheid allemaal van hen weet.
Wolfsen pleit voor meer tegenmacht, zoals meer kennis in de Tweede Kamer. En meer middelen voor instituten zoals de Autoriteit Persoonsgegevens. De privacywaakhond telt 250 formatieplekken maar kampt met grote achterstanden, zei hij. Onderzoek heeft volgens Wolfsen uitgewezen dat dit er zeshonderd tot zevenhonderd zouden moeten zijn om al het werk goed te kunnen doen.