Ernstig misdrijf kan niet meer verjaren
Moord en andere ernstige misdrijven kunnen binnenkort niet meer verjaren. Het moet dan wel gaan om delicten waarop levenslang staat.
De Tweede Kamer ging woensdag akkoord met het initiatief van CDA en D66 om het onmogelijk te maken dat ernstige misdrijven zoals moord verjaren. Plegers van zware misdrijven gaan nu na achttien jaar vrijuit. Die bepaling dateert uit de negentiende eeuw. Daders wilden nog al eens naar het buitenland vluchtten. De wetgever meende dat een periode van achttien jaar in ballingschap als straf zwaar genoeg was.
D66-kamerlid Dittrich vond die redenering niet meer van deze tijd en pleitte vier jaar geleden voor afschaffing van de verjaring bij delicten waar levenslang voor kan worden geëist. De toenmalige minister van Justitie, Korthals, voelde daar echter niets voor.
Zijn opvolger Donner was wel voor het initiatief te porren. Het stak hem dat sommigen, onder wie een bekend auteur, na het verstrijken van de verjaringstermijn vrijelijk spraken over de moord die ze in het verleden hadden gepleegd.
Ook in de CDA-fractie bestond sympathie voor het voorstel. Samen met Van Haersma Buma (CDA) verdedigde Dittrich gisteren zijn initiatiefwetsontwerp. Erg lastig maakte de Kamer het hen niet.
Alleen LPF’er Eerdmans zorgde nog voor levendigheid in het debat. Hij wil dat ook verkrachting niet meer kan verjaren. Dat ging de Kamer echter te ver. Wel wordt de verjaringstermijn voor dit delict, en bijvoorbeeld ook doodslag, verlengd van vijftien naar twintig jaar. Het betreft misdrijven waarop een celstraf van meer dan tien jaar staat. Een belangrijke reden voor de wetswijziging is dat ook na achttien jaar met behulp van DNA-onderzoek bewijsmateriaal kan worden aangedragen.