Giro555: bijna 125 miljoen euro opgehaald voor Turkije en Syrië
Op Giro555 is de afgelopen maanden 124,5 miljoen euro binnengekomen voor de slachtoffers van de zware aardbevingen in Turkije en Syrië. Dat laat de organisatie dinsdag weten. Door de aardbevingen in februari kwamen meer dan 50.000 mensen om het leven. Volgens de Turkse overheid zijn meer dan 80.000 gebouwen in het land ingestort of hebben ernstige schade opgelopen. Tienduizenden mensen zijn dakloos. Ook in Syrië is de schade groot. Door het langlopende conflict in dit land waren er al grote groepen vluchtelingen en vormt de veiligheidssituatie een uitdaging voor hulpverleners.
De eerste maanden hebben de betrokken hulporganisaties 32 miljoen euro ingezet voor noodhulp zoals tijdelijke opvanglocaties, drinkwater en schone toiletten. Ook werden hulpgoederen als hygiënekits, winterkleding en dekens uitgedeeld en werd geregeld dat een deel van het geld bij de slachtoffers zelf terechtkwam zodat zij konden kopen wat ze nodig hadden. Verder werd groots ingezet op het verlenen van psychosociale hulp. Het geld dat is opgehaald is nagenoeg gelijk verdeeld tussen beide landen.
De komende tijd zal de focus verschuiven „richting wederopbouw, herstelwerkzaamheden en het creëren van perspectief in de getroffen gebieden”, meldt de organisatie. „Met de strenge winter op komst, blijven wij noodhulp geven, maar gaan we ons ook richten op de volgende fase. Hierbij wordt gewerkt aan zaken die nodig zijn om het rampgebied weer toekomstperspectief te geven, waaronder het herstellen van gebouwen of investeringen in de economie zodat deze weer kan opbloeien”, vertelt actievoorzitter Michiel Servaes. Daarvoor wordt samengewerkt met „diverse lokale partners die een onmisbare schakel zijn bij internationale hulpverlening op deze schaal”.
De opbrengst van Giro555 wordt tot 1 maart 2025 besteed en doneren kan nog tot en met het eind van het jaar. De actieperiode zou eigenlijk eind vorige maand aflopen maar is verlengd „wegens de grootschaligheid van de ramp en de betrokkenheid van het Nederlandse publiek”.