Duitse hoogleraar neemt afscheid van PThU: „Voor lezen van Luther is geen tijd meer”
Een beetje teleurgesteld is prof. dr. M.A. Matthias wel, na vijftien jaar hoogleraarschap lutherse theologie. „Voor het echte lezen en bestuderen van Luthers werken is geen tijd meer, zelfs niet aan de universiteit.”
Hij hoopt dit jaar 67 te worden en daarmee is het tijd om met pensioen te gaan. Maandag 2 oktober is zijn laatste werkdag en dinsdag 3 oktober woont prof. dr. Matthias –„als vrij man”– het symposium bij dat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) wordt gehouden ter gelegenheid van zijn afscheid.
Hoe blikt u terug op uw hoogleraarschap?
„Met veel genoegen. In Duitsland hield ik me vooral bezig met kerkgeschiedenis, en dan niet zozeer met de gebeurtenissen, maar met de theologie en gedachten erachter. De verbinding tussen theologie en geschiedenis is mijn passie, dus deze baan paste precies bij me.
Nederland is een prettig land om te wonen, ik heb er veel nieuwe dingen geleerd. Van tevoren dacht ik dat de Nederlandse cultuur erg zou lijken op de Duitse. Dat is in veel opzichten zo, maar er zijn zeker ook verschillen.”
Zoals?
„Je merkt goed dat Nederland vooral door Calvijn en het protestantisme is gestempeld. In de beoefening van de theologie gaat het er zakelijker aan toe. Het diepzinnige nadenken over vraagstukken zonder dat er meteen een oordeel over wordt uitgesproken, heb ik weinig meegemaakt.
Mensen hebben hier bovendien de neiging om alles in een systeem te plaatsen. Dat maakt het lastig om te werven voor Luthers theologie. Ook over hem bestaan veel vooroordelen. Voor de een is hij een vroom man, voor de ander een antisemiet. Een open gesprek voeren wordt dan heel moeilijk.”
Hoe was het voor u om met Nederlandse studenten om te gaan?
„Die zijn niet veel anders dan de Duitse. Waar ik tegenaan liep, lag niet zozeer aan de Nederlandse cultuur, maar aan de tijdgeest. Steeds minder studenten interesseren zich in theologie als wetenschap. Ze willen predikant worden, dingen doen. De vraag naar waarheid houdt hen niet zo bezig. Dat vind ik jammer. Theologie gaat niet over wat je voelt of goed vindt, maar over goede argumenten, over logisch redeneren.”
Wat was voor u het hoogtepunt in de afgelopen vijftien jaar?
„De conferentie die ik in 2017 heb georganiseerd over vrijheid bij Luther. Vanuit verschillende perspectieven werd het begrip vrijheid onder de loep genomen. Theologie is geen aparte discipline, maar is een algemene poging de wereld te begrijpen. Daarom is het zo belangrijk dat theologen in contact staan met andere wetenschappen. Maar ook met gewone burgers. Als theoloog moet je algemene menselijke vragen willen beantwoorden vanuit het Godsbestaan.”
Hoe staat het ervoor met de vertaling van deel 3 van de Lutherwerken die u coördineert?
„Dat is het voorlaatste project dat ik nog afmaak. Ik ben momenteel druk met redigeren. Dat kost veel tijd. De verwachting is dat dit deel binnen nu en een jaar verschijnt. Verder ben ik bezig met het Luther-abc, een boekje met uitspraken van Luther over laagdrempelige thema’s zoals corona, de economie, muziek, het huwelijk. Dat boekje, dat geschikt is voor elke christen, komt begin volgend jaar uit.”
In het Reformatiejaar 2017 gaf u aan dat u graag zou zien dat mensen Luther weer gaan lezen, bestuderen. Wat is daarvan terecht gekomen?
„Helaas is die wens niet in vervulling gegaan. In die zin ben ik wel een beetje teleurgesteld. Zelfs aan de universiteit worden bronteksten nog nauwelijks gelezen. Steeds vaker wordt studenten gevraagd om leerboeken te bestuderen. Alles is heel praktisch en doelgericht en er is weinig tijd om zonder een bepaalde uitkomst of doel over een tekst te praten. Dat mis ik weleens. Gelukkig heb ik nog twee kringen waar ik gezamenlijk met predikanten, theologen en andere geïnteresseerden teksten van Luther bestudeer. Maar helaas dus niet met studenten.”
Hoe staat het met de belangstelling voor Luther uit reformatorische hoek?
„In het begin van mijn hoogleraarschap was er voor studenten een keuzevak waarbij ze konden kiezen voor een cursus over Luther door mij. Deelnemers waren voornamelijk studenten uit de behoudende hoek. Zij hadden veel belangstelling voor Luther en hoewel we qua overtuigingen verschilden, herinner ik me de open gesprekken. Ook word ik regelmatig uitgenodigd door een reformatorische studentenvereniging.”
Wat is voor u de belangrijkste vrucht van uw hoogleraarschap? Of is dat een al te Nederlandse vraag?
Lachend: „Dat is inderdaad heel Nederlands om dat te vragen. Het resultaat van mijn werk is lastig te meten. Privé heeft de tijd in Nederland ons gezin veel gebracht. Twee van mijn vier kinderen hebben hier gestudeerd en mijn jongste dochter heeft een relatie met een Nederlander.
Mijn onderzoeken, de publicaties en de gesprekken met collega’s en studenten hebben mij gevormd en verrijkt. Als studenten over tien jaar zeggen: „Toen bij professor Matthias heb ik dit en dat geleerd”, ben ik een tevreden mens.”
Wat wordt uw boodschap in uw afscheidsrede?
„Dat wordt een ingewikkelde. De titel van mijn afscheidsrede luidt: ”Op weg naar een theorie van vergeving. Een nieuw perspectief op Luther”. Ik beschrijf daarin dat Luther een heel nieuw begrip van godsdienst heeft ontworpen waarin hij niet een heilsleer die is gebaseerd op een theorie van rechtvaardigheid voorop zet, maar een die is gebaseerd op een theorie van vergeving. Daarmee was hij zijn tijd bijna driehonderd jaar vooruit.”