Ochtenaar vreest hardrijdende automobilist op 44 Ri-Straat: „Gemeente, grijp in!”
„Een racebaan. Onveilig. Gemeente, grijp in!” De neuzen van bewoners van de 600 meter lange 44 Ri-Straat in Ochten staan in dezelfde richting. De buurt moet echter nog even wachten op aanpassing van de weg. In ieder geval tot 2026.
De frustratie is groot bij mensen die aan de weg wonen. Dorpsgenoten gebruiken de relatief brede 30-kilometerweg om via de Cuneraweg snel de A15 te bereiken. Of ze racen de andere kant op, richting Dodewaard. Vooral in de ochtend- en avondspits, als veel kinderen fietsen van en naar de reformatorische Sebaschool, zorgt dat voor onveilige situaties, vindt de buurt.
Metingen geven aan dat de snelheid op de weg vaak te hoog ligt, zegt Rita Roodbeen, woordvoerder van de gemeente Neder-Betuwe. Tegelijk rijdt volgens haar 85 procent van de weggebruikers niet harder dan 41 kilometer per uur. „Door maatregelen in de toekomst willen we ervoor zorgen dat de vaart er nog meer uit gaat. Ongetwijfeld zijn er excessen, maar het gros van de automobilisten houdt zich aan de toegestane snelheid.”
Oud-wethouder Hans Keuken en zijn overbuurvrouw Liselore van de Bos, die in de straat wonen, denken daar anders over. Zo herinnert Van de Bos zich snelheidsmetingen waarbij een aantal keer de 80 kilometer per uur werd aangetikt. Ook heeft ze bezwaren tegen de meetmethode. „Een keer is net voor een wegversmalling gemeten. Dat heeft weinig zin. Daar rem je al automatisch af.”
De moeder van zes kinderen maakt zich grote zorgen over de achteloosheid waarmee automobilisten de snelheidslimiet van maximaal 30 kilometer per uur aan hun laars lappen. „Vooral tussen vier en vijf ’s middags gebeurt dat vaak. Laatst kwam er een tractor met aanhanger in volle vaart door de straat terwijl de school net uit ging. Dan houd ik mijn hart vast. We hebben regelmatig zo’n groen verkeersmaatje langs –en zelfs op– de weg geplaatst, maar niets helpt.”
Het aanleggen van verkeersdrempels is volgens Van de Bos geen oplossing. „Auto’s remmen af en geven daarna weer flink gas. Lasercontroles helpen ook maar tijdelijk. Misschien is een vaste flitspaal een oplossing.” Ook de wegversmallingen zijn volgens oud-wethouder Keuken niet effectief. „Mensen geven daar juist extra gas zodat ze voorrang krijgen. Wel helpt het als ik mijn auto langs de straat parkeer.”
Geen prioriteit
Ook al vinden buurtbewoners dat de gemeente weinig doet, bij de lokale overheid staat de straat op de kaart, verzekert Roodbeen. „In onze oorspronkelijke plannen zou de weg volgend jaar aangepast worden, maar vanwege bezuinigingen is dat uitgesteld tot 2026. Wat er precies gaat gebeuren, overleggen we eerst met de buurt. Handhaven via politiecontroles heeft op 30-kilometerwegen geen prioriteit bij de landelijk overheid.”
Toch kan de verantwoordelijk wethouder of burgemeester besluiten om te gaan controleren, stelt Rob Stomphorst, woordvoerder van Veilig Verkeer Nederland (VVN). „De eerste verantwoordelijkheid voor handhaving van de snelheidslimieten en aanpassing van de verkeerssituatie ligt bij de gemeente. Vaak is geld het probleem. Daarom pleiten we in ieder geval voor het plaatsen van borden en het regelmatig houden van controles. Met het geld dat de boetes opleveren, kun je later de weg aanpassen.”
Volgens de woordvoerder van VVN krijgt zijn organisatie jaarlijks 7000 meldingen van overspannen verkeersgedrag in woonwijken. „Bewoners zorgen vaak ook zelf voor een onveilige situatie, bijvoorbeeld door hun kinderen met de auto naar school te brengen als het regent”, nuanceert hij enigszins. Burgers voelen zich volgens Stomphorst vaak niet gehoord door de overheid. „Wij kunnen ze daarbij helpen. Als ze een onveilige situatie melden via onze website, sturen wij een verkeersdeskundige die vervolgens een adviesrapport maakt voor de melders.”
Roodbeen, woordvoerder van Neder-Betuwe, vindt dat VVN een verkeerd beeld schetst van de situatie. „De eerste verantwoordelijkheid voor snelheidshandhaving ligt bij het openbaar ministerie (OM) en qua uitvoering bij de politie.” De gemeente heeft die bevoegdheid volgens Roodbeen niet. „Hoogstens kunnen we in een overleg met de politie en het OM wijzen op de wenselijkheid van snelheidshandhaving. Verder hebben snelheidscontroles op wegen binnen dertigkilometerzones geen prioriteit bij de politie en het openbaar ministerie. Bovendien is het onjuist te veronderstellen dat het geld dat verkeersboetes opleveren, gebruikt kan worden door de gemeente voor de weginrichting. Die euro’s gaan naar de staatskas.”
Gemeenten pleiten juist voor meer bevoegdheden om zelf –naast de politie– ook de snelheid op lokale wegen te kunnen handhaven, stelt Roodbeen. „De Tweede Kamer is daar tegen. Wel plaatsen we als gemeente een scherm dat aangeeft hoe hard mensen rijden. In het verleden hebben die ook in de 44 Ri-Straat gehangen. Dat zullen we zeker nog eens doen.”