Het adviescollege pleit onder meer voor een omroepbestel van maximaal zes ledenomroepen, in plaats van de huidige negen. De overige omroepen zouden zogeheten ‘redactieomroepen’ moeten worden. Verder moeten de omroepen volgens het college aan strengere voorwaarden voldoen. Maar, zegt Van Geel, daarmee kunnen ze juist bewijzen wat ze kunnen.

„We hopen als het bezonken is, dat omroepen en anderen zien dat wij een basis leggen. Niet om omroepen af te schaffen of vervelend te doen”, aldus Van Geel. Volgens hem is het advies bedoeld om het proces „degelijker” te maken. In het advies staat dat omroepen moeten worden beoordeeld op criteria als herkenbaarheid en toegevoegde waarde in de samenleving, alvorens toe te kunnen treden tot het publieke bestel.

Bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang van de NPO en voorzitter Arjan Lock van het College van Omroepen zijn tevreden met dat voorstel. „Ik ben heel blij met het feit dat de publieke omroep de plek verdient in de samenleving die het moet hebben, dat ze dat volledig onderschrijven. Dat is het allerbelangrijkste”, aldus Leeflang na afloop van de presentatie van het rapport in Amare in Den Haag. De bestuursvoorzitter is ook blij dat het adviescollege aangeeft dat er minder overheidsbemoeienis moet zijn met de NPO. „Dat is iets waar ik in mijn bestuursperiode al enorm op stuur”, zegt ze.

De omroepbazen van ON! en PowNed stellen in een reactie echter dat alleen de grote en oudere omroepen zullen profiteren van het omroepbestel, zoals het adviescollege dat voorstelt. PowNed-voorzitter Weesie noemt het rapport „broddelwerk” en „een flinke stap terug in de tijd”. ON!-voorzitter Karskens vreest dat nieuwe omroepen als WNL, PowNed, Ongehoord Nederland en Omroep ZWART worden belemmerd in hun groei. „Dus de basis die je eigenlijk zou willen hebben als publiek bestel brokkelt af, omdat je teruggaat naar omroepen die er al heel lang staan en die bewezen hebben dat ze de nieuwe tendens niet volgen.”