ING en ABN AMRO zakken op beurs na voorstel belastingverhoging
De banken ING en ABN AMRO gingen vrijdag omlaag op de Amsterdamse beurs. De koersdaling volgde op de goedkeuring door de Tweede Kamer van het voorstel om de bankenbelasting te verhogen. De opbrengst daarvan zal worden gebruikt om huishoudens met lagere inkomens te ondersteunen. ING zakte 4,6 procent en ABN AMRO verloor 3,5 procent. Ook de verzekeraars Aegon, ASR en NN Group gingen mee omlaag en daalden tot ruim 2 procent.
Fractievoorzitter Jesse Klaver van GroenLinks-PvdA diende donderdag een motie in om de bankenbelasting met 350 miljoen euro te verhogen. Ook moeten bedrijven belasting gaan betalen op de inkoop van eigen aandelen. Die belasting moet net zo hoog zijn als het tarief van 15 procent dat wordt toegepast op dividenden en zal naar verwachting 1,2 miljard euro opleveren. Ook inkomsten uit vermogen en deelnemingen in bedrijven worden zwaarder belast, wat nog eens 450 miljoen euro in het laatje moet brengen.
De voorstellen moeten nog worden goedgekeurd door de Eerste Kamer. Aftredend premier Mark Rutte bekritiseerde de voorstellen. „Als de motie wet wordt, zullen bedrijven zeer waarschijnlijk naar andere landen verhuizen en worden de inkomsten niet binnengehaald”, zei hij donderdag in het parlement. „Hetzelfde risico loop je met de bankenbelasting. Wij zijn ervan overtuigd dat dit zal leiden tot het vertrek van banken naar bijvoorbeeld Frankfurt.”
Ook de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) is niet te spreken over het voorstel. „Nederland wordt onaantrekkelijker als vestigingsplaats, waardoor achteloos economische belangen in gevaar worden gebracht”, aldus de NVB.
VNO-NCW en MKB-Nederland zien eveneens niets in de voorstellen. De ondernemersorganisaties waarschuwen dat de gevolgen hiervan niet moet worden onderschat. „Deze lastenverzwaringen werken door in onze gehele economie. Een hogere bankbelasting bijvoorbeeld leidt tot hogere kosten voor kapitaal, dat weer een effect heeft op de investeringen en ons toekomstige verdienvermogen. Iedereen betaalt voor deze doorwerking uiteindelijk een prijs.”