Hoogleraar: Verbeter luchtkwaliteit snel om burgers te beschermen
Regelgeving om de luchtkwaliteit te verbeteren moet snel aangepast worden, vindt hoogleraar Roel Vermeulen van de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De Britse krant The Guardian publiceerde woensdag een onderzoek naar de luchtkwaliteit in Europa. Met visualisaties op basis van modellen van het onderzoeksteam van Vermeulen laat de krant zien dat vrijwel iedereen in Europa ongezonde lucht inademt.
„We weten natuurlijk al langer dat de luchtkwaliteit niet voldoende is”, zegt Vermeulen. „Het is een harde realiteit dat de lucht volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) eigenlijk nergens in Europa voldoet.” De Europees Milieuagentschap (EEA) heeft berekend dat in 2020 bijna 240.000 mensen vroegtijdig zijn overleden aan de slechte lucht. „Het heeft dus echt een significante impact op de gezondheid.”
Oost-Europa en Noord-Italië zijn er het slechtst aan toe. „Dat komt voornamelijk door verouderde industrie. Bijvoorbeeld door het verbranden van kolen in oude energiecentrales”, legt Vermeulen uit. Hij ziet dat er veel investeringen nodig zijn om de industrie te verschonen. „En ook de uitstoot van wegverkeer en de landbouw en veehouderij te verminderen.”
De Europese Unie wil regelgeving rond de luchtkwaliteit aanpassen. In 2035 moeten alle landen dan voldoen aan de richtlijnen van de WHO. Het Europees Parlement heeft hier al mee ingestemd. „Goed nieuws”, vindt Vermeulen. „Maar het is ook heel wrang dat het zo lang heeft geduurd. Ondertussen gaat de gezondheidsschade door.” De Raad van de EU moet nog instemmen met het voorstel. Vermeulen hoopt echter dat er niets meer aan verandert en het snel doorgevoerd wordt.
Nederland heeft gemiddeld ongeveer 10 microgram per kubieke meter fijnstof in de lucht. Dat is twee keer zo hoog als de nieuwe richtlijn van de WHO voorschrijft. Vermeulen wijst erop dat zeker in het wegverkeer een snellere transitie nodig is. „Dat houdt in: andere auto’s en goed kijken naar het aantal kilometers dat voertuigen met een verbrandingsmotor rijden. Wellicht moeten mensen wel weer meer thuiswerken, meer gebruikmaken van het openbaar vervoer of moet het centrum van steden autovrij gemaakt worden.”