Dat bleek dinsdag toen de Eerste Kamer over het wetsvoorstel debatteerde. Het kabinet wil het aantal leden van Provinciale Staten aanzienlijk verminderen. Van de 760 die nu, landelijk gezien, actief zijn, moeten er 196 verdwijnen.

Het voorstel heeft met name gevolgen voor de kleine partijen. SGP en ChristenUnie, die in Friesland en Noord-Brabant één zetel hebben, raken die dan kwijt, terwijl zij in andere provincies hun zetelaantal flink zien verminderen. In de Eerste Kamer zou de tweede zetel van de ChristenUnie onzeker worden en de tweede zetel van de SGP, nu nog een volle zetel, een restzetel.

De senaatsfracties van PvdA, VVD en D66, samen goed voor 37 zetels, zijn voor het wetsvoorstel, zij het dat D66 enige twijfel heeft. Zij drieën vormen de oude paarse coalitie die het wetsvoorstel destijds via het kabinet-Kok II indiende en door de Tweede Kamer loodste. De overige fracties, eveneens goed voor 37 zetels, zijn tegen.

LPF-kamerlid Hessing, die dinsdag niet bij het debat aanwezig was, „begint zich momenteel te realiseren dat hij de doorslag gaat geven”, aldus een woordvoerder van de LPF. „Hij heeft echter nog geen idee hoe hij gaat stemmen. Hij is zich momenteel in de kwestie aan het verdiepen.”

Volgens CU/SGP-woordvoerder Holdijk is het argument dat door kleinere Provinciale Staten de slagkracht van de provinciale politiek groter wordt niet valide. „Daar zit de gedachte achter dat te veel kleine fracties de voortgang van het bestuur ophouden. Maar mijn ervaring van vijftien jaar statenlidmaatschap is dat het meestal de grote fracties zijn die de vaart uit de besluitvorming halen.”