Drie op de vier medewerkers in azc zegt slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag
Drie op de vier medewerkers in asielzoekerscentra krijgen te maken met ongewenst gedrag door bewoners. Het gaat vooral om uitschelden, intimidatie en bedreiging.
Dat meldde het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) maandag na een enquête onder zijn medewerkers die begin van dit jaar werd gehouden.
In dezelfde rondvraag geven ongeveer drie op de tien medewerkers aan dat ze slachtoffer zijn geworden van ongewenst gedrag van collega’s. Dat gaat volgens het COA vooral om „buitensluiten, intimidatie en pesten”.
De voorzitter van het COA, Milo Schoenmaker, laat in een verklaring weten dat ongewenst gedrag het werkplezier aantast en zorgt voor veel stress. „Het is onacceptabel dat medewerkers, die vaak al een hoge werkdruk ervaren, hier last van hebben.” Hij zegt dat de organisatie doorgaat met het aanpakken van ongewenst gedrag.
Spreekuur
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek gaat het COA met werknemers in gesprek. Verder wil de instantie verder met een programma uit 2022. Dat heeft als doel een veilige omgeving te creëren voor bewoners en medewerkers. Onder meer het vroegtijdig signaleren van ongewenst gedrag en preventieve begeleiding moeten aan die veilige omgeving bijdragen. Verder verzorgt het COA trainingen over omgaan met agressie en is er een onlinespreekuur over omgaan met gedrag dat overlast veroorzaakt.
Ook de zogeheten pilot kwaliteitsimpuls moet overlast van bewoners terugdringen. Die proef werd vorig jaar gelanceerd in Almere, Delfzijl, Dronten, Harderwijk, Middelburg, Sneek, Utrecht en vier andere asielzoekerscentra. COA-personeel dat daaraan meedeed, werd getraind in onder meer traumasensitief optreden en registreren van incidenten.
Ondanks de negatieve ervaringen die veel medewerkers hebben, zegt 84 procent van de ondervraagden tevreden of zeer tevreden te zijn over werken bij het COA. Deze groep geeft aan het werk nuttig te vinden, plezier te hebben in wat ze doen, een goede sfeer te ervaren, een goede arbeidsrelatie te hebben met de leidinggevende, het werk voldoende afwisselend te vinden en te weten wat van hen verwacht wordt.
Schoenmaker roemt de „tomeloze inzet” van de COA-werknemers. Die maakt volgens hem „de opvang en begeleiding van asielzoekers mogelijk”.