„Meer spoorwegpolitie is heel hard nodig”
Meer spoorwegpolitie is een absolute voorwaarde om de sociale veiligheid op en rond stations te verbeteren. „De NS kan in z’n eentje niet meer bereiken dan wat er op dit moment gebeurt. Het station is onderdeel van zijn omgeving. Alleen samen met gemeenten en (regio)politie kunnen we het veiligheidsgevoel voor onze reizigers en eigen mensen verbeteren.”
Dat zei interim-topman K. Noordzij woensdagmiddag tijdens het FNV-congres ”Onveiligheid spoort niet”, waar hij een ”Roodboek spoorwegonveiligheid” van de vakcentrale in ontvangst nam.
Vorige week kondigde de NS aan dat in de toekomst op een aantal spoorlijnen de conducteur uit de trein verdwijnt. Noordzij wees er gisteren op dat deze plannen zijn gemaakt omdat overheidsbeleid het spoorbedrijf daartoe dwingt. Door de liberalisatie van het spoor moet de NS straks concurreren met andere bedrijven om een aantal door lokale overheden aan te besteden spoorlijnen. Om die lijnen te kunnen binnenhalen moet de NS de personeelskosten terugbrengen.
Naarmate er meer overheidsgeld beschikbaar komt voor de exploitatie van de veelal onrendabele lijnen, kan de NS de reductie van het rijdend personeel beperken. Noordzij zei bereid te zijn samen met betrokken partijen in de richting van het nieuw te vormen kabinet op te trekken om zoveel mogelijk conducteurs te behouden.
NS doet op het gebied van sociale veiligheid zelf heel veel, aldus Noordzij woensdagmiddag. „Jaarlijks geeft het bedrijf 45 miljoen euro uit aan maatregelen voor de sociale veiligheid op stations en in de treinen.” Meer spoorwegpolitie is echter „keihard nodig.” Daarom stuurde Noordzij onlangs samen met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) een brief aan de verantwoordelijke minister waarin hij pleit voor 220 extra agenten voor de spoorwegpolitie. Nu telt dat korps 420 man.
Noordzij nodigde recent de burgemeesters van de vier grote steden uit voor een gesprek, om te komen tot een soort veiligheidskeurmerk voor stations. Hij wil hiervoor ook in gesprek komen met de Raad van Korpsbeheerders, de Raad van Hoofdcommissarissen, het KLPD en het openbaar ministerie.
Ook zijn er afspraken in voorbereiding over hulp aan de conducteur. Daarmee moet duidelijker worden welke bevoegdheden de conducteur heeft om op te treden tegen agressie. Daarnaast moeten NS’ers erop kunnen rekenen dat als ze de (spoorweg)politie oproepen, deze ook snel ter plaatse is en hen onvoorwaardelijk steun biedt.
Noordzij kondigde aan dat de NS op 1 juli dit jaar een landelijk meldpunt opent. Hier kunnen treinreizigers onveilige situaties melden en klachten indienen. Dit initiatief maakt volgens de NS-topman de instelling van een landelijke ombudsman voor de veiligheid op het spoor, zoals FNV Bondgenoten voorstelt, vooralsnog overbodig.