Kerken met Stip verbreedt werkterrein naar sociaal-zwakkeren
De organisatie Kerken met Stip, die zich al jaren inzet voor ex-gedetineerden, verbreedt haar doelgroep naar andere sociaal kwetsbare groepen. Een paar vragen aan de gangmaker van het initiatief: Jan Eerbeek, oud-hoofdpredikant van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Kerken met Stip helpt al sinds 2004 met zeventig geloofsgemeenschappen ex-gevangenen. Vanwaar de verbreding?
Eerbeek: „Ex-gedetineerden blijven een heel belangrijke doelgroep voor ons. Maar in de pastorale praktijk komen we ook andere categorieën sociaal kwetsbaren tegen. Cliënten van de ggz bijvoorbeeld of mensen in begeleid wonenprojecten, of iemand midden onder de mensen die niemand heeft. In onze samenleving ligt grote nadruk op zelfredzaamheid. Maar de realiteit is dat veel van deze mensen daar niet of zelfs nooit toe in staat zijn. Een groeiende groep mensen leeft in een maatschappelijk isolement, alle professionele hulpverlening ten spijt. Kerkleden kunnen daarbij van grote betekenis zijn, als ze investeren in duurzame persoonlijke contacten. Daarmee worden ze ”hoopverleners”; ze bieden nieuw perspectief.
Ons plan komt voort uit ervaringen van de diaconie van de protestantse gemeente Borger in Drenthe, waar Kerken met Stip bij betrokken was. Daar is vijf jaar geleden samen met de burgerlijke gemeente het project My Home opgezet, waarbij vrijwilligers mentale ondersteuning bieden, in de dagelijkse levenssituatie. De vrijwilliger komt bij de deelnemer thuis en deelt in de alledaagse dingen: een kop koffie drinken, luisteren naar ervaringen, een eindje wandelen of fietsen. Of meegaan naar een afspraak waar iemand tegenop ziet.
Via de sociale wijkteams komt My Home potentiële deelnemers op het spoor. De medewerkers zijn verbaasd over wat de kerk in huis heeft. In 2018 kreeg My Home tijdens de landelijke diaconale dag van de Protestantse Kerk in Nederland de publieksprijs als ”Smaakmaker van het jaar”. Het project draait nu zo’n vijf jaar en maakt veel enthousiasme los, in de burgerlijke gemeente en in de kerk.”
Die lokale aanpak krijgt nu op landelijke schaal vervolg. Kerken met Stip zet met financiële steun van Kerk in Actie op landelijk niveau een ”My Home Community” op; de aftrap is tijdens een symposium in Utrecht, 27 september. „Als een makelaar brengen we vraag en aanbod bij elkaar. Allerlei kerkverbanden doen mee: de Protestantse Kerk in Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk, evangelische gemeenten, pinkstergemeenten en migrantenkerken. Ons netwerk bestaat uit plaatselijke en landelijke kerken.”
Zijn er niet al tig vrijwilligersorganisaties die zich op deze doelgroep richten? Wat voegt My Home toe?
„Er gebeurt al ongelooflijk veel, gelukkig. En toch zijn er nog altijd heel veel mensen die in een maatschappelijk isolement leven en niet worden bereikt. We zijn niet uit op concurrentie met anderen; de nood is gewoon schrikbarend hoog. Daarom zoeken we ook samenwerking met hulpverleners en andere sociale projecten.
Tal van vrijwilligersorganisaties bieden kortdurende praktische hulp. My Home gaat voor structurele contacten. Uit onze dagelijkse praktijk kunnen we daar allerlei voorbeelden van noemen, waarbij we via lokale kerken vraag en aanbod weten te matchen. Soms kan correspondentie of telefonisch contact al soelaas bieden. In dat geval is het uiteraard niet noodzakelijk dat vrijwilliger en deelnemer bij elkaar in de buurt wonen.”
Kerkelijke gemeenten doen al vaak een beroep op hun leden voor allerlei taken. De agenda’s staan vol.
„Het gaat niet om een tijdrovende zaak. Bovendien kun je je inzet zelf inplannen. De ervaring leert dat als je eenmaal begint, je de smaak te pakken krijgt.”
De vrijwilligers hebben geen specifieke expertise. Kun je hen zomaar op dit werk loslaten?
„De landelijke My Home-community biedt vrijwilligers toerusting en begeleiding. Onze diaconale pastor is beschikbaar als achterwacht en vraagbaak. Dat is niet overbodig, want het gaat soms om pittige problematiek. De ervaringen worden gedeeld in een nieuwsbrief. In de eerste training moeten we vrijwilligers vooral afleren dat ze iets moeten doen. Wees aanwezig, kijk en luister. Een van de vrijwilligers vertelde me dat ze op bezoek ging bij iemand die nogal depressief was. Het eerste wat hij tegen haar zei was: „Jij gaat toch ook niet weer weg?” Na een aantal maanden zag ze voor het eerst een glimlach op zijn gezicht.”
My Home koestert het ideaal van wederkerigheid in de relaties. Maar hoe je het wendt of keert, het gaat om een hulpgever en een hulpvrager; dat is toch per definitie een ongelijke verhouding?
„Oud-president Barack Obama schreef ooit in zijn boek met de Bijbelse titel ”Promised Land” dat hij zich niet richtte tot de toplaag of de onderkant van de samenleving, maar tot alle Amerikanen, de sterken én de zwakkeren. Dat ideaal spreekt me aan. Bij My Home denken we niet in de termen van hulpverlening als eenrichtingsverkeer, zoals vaak het geval is bij een buddysysteem. Iemand die een steuntje in de rug nodig heeft, kan op zijn of haar beurt ook hulp bieden. Een deelnemer aan de community kan een keer koken voor een vrijwilliger die een drukke baan heeft, ik noem maar een voorbeeld.”
In Mattheüs 9 lezen we dat Jezus de mensenmassa zag als „schapen zonder herder”. In hetzelfde gedeelte staat dat Hij mensen genas van elke ziekte en kwaal. Het totale leven kwam in beeld, Hij had aandacht voor de enkeling. Met de beeldspraak van ”schapen zonder herder” zou je ook mensen in onze tijd kunnen typeren. Mensen zijn moe en afgemat. Onder de oppervlakte ligt bij velen een diepere laag van ontheemding en vervreemding. Via My Home leggen we nieuwe verbindingen tussen mensen.”