De Jonge: te weinig politieke discussie over de ruimte gevoerd
Demissionair minister Hugo de Jonge (Wonen en Ruimtelijke Ordening) vindt dat er de afgelopen jaren amper een politieke discussie is gevoerd over de schaarse ruimte in Nederland. Daardoor is in zijn ogen een achterstand ontstaan in de aanpak van grote problemen zoals de staat van de natuur, stikstof en wonen. De bewindsman kan zich vinden in de analyse van Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Die vindt dat een volgend kabinet moet stoppen met uitstellen en strategieën moet uitdenken voor de lange termijn.
De overheid stelt de oplossing van problemen net zo lang uit totdat het crisis wordt, vindt Hekkert. Daardoor zijn allerlei problemen ontstaan. Veel dijken en dammen voldoen bijvoorbeeld niet meer aan de norm, wateren zijn regelmatig vervuild en ook recyclen gebeurt volgens PBL nog niet goed genoeg.
In de politiek is volgens De Jonge de verleiding groot om alleen bezig te zijn met de problemen van vandaag of morgen en niet met de vraagstukken die pas over tien jaar spelen. „De waan van de dag is altijd heel sterk op het Binnenhof.”
Politici moeten volgens De Jonge de ruimte in hun agenda „bevechten” om het over de grote vragen te hebben. Op zijn eigen beleidsterrein van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening is dat volgens de bewindsman te lang te weinig gebeurd. Hij noemt het een „historische vergissing” dat het ministerie van Volkshuisvesting is opgeheven in 2010. Daardoor is volgens de minister lang „te weinig regie” gevoerd op de „schaarse leefomgeving”. De groeiende bevolking, de transitie van de landbouw en oplossingen voor het klimaatprobleem vereisten bijvoorbeeld allemaal ruimte. De politieke discussie over deze puzzel is volgens De Jonge niet goed gevoerd.