Rutte spreekt zijn steun uit na natuurgeweld Libië en Marokko
Mark Rutte spreekt zijn steun uit voor slachtoffers van de overstromingen in Libië en de aardbeving in Marokko. De demissionair premier benoemt dat de impact groot is voor de Marokkaanse en Libische gemeenschappen in Nederland. „Mensen zijn familieleden of vrienden kwijtgeraakt of zitten in onzekerheid over het lot van hun geliefde”, zegt Rutte tijdens zijn wekelijkse persconferentie.
„De berichten en beelden van de verwoestingen in beide landen zijn alleen maar te beschrijven als vreselijk en verschrikkelijk”, vindt de premier. „Er zijn Marokkaanse dorpen waar letterlijk geen huis meer overeind staat en in Libië zijn complete stadsdelen in zee gesleurd.”
In Libië zijn volgens de lokale autoriteiten tussen de 5300 en 6000 doden gevallen. Maar het is volgens VN-chef voor noodsituaties Martin Griffiths onduidelijk hoe hard dit land precies getroffen is. Het land heeft twee elkaar bestrijdende regeringen en dat maakt het moeilijk om met ze te communiceren.
Woensdag meldde het persbureau van Marokko dat door de aardbeving in dit land zeker 2946 mensen zijn omgekomen en 5674 mensen gewond zijn geraakt.
Het kabinet biedt op verschillende manieren hulp aan. Zo krijgt het Rode Kruis 5 miljoen euro om hulp aan te bieden in Marokko, benoemt Rutte, en is hij bereid om een groep technici naar Libië te sturen. „We staan klaar om meer steun te bieden als er een beroep op ons wordt gedaan.” De premier zegt dat hier veel contact over is binnen de Europese Unie.
Dat Nederlanders ook hun best doen om hulp te bieden aan getroffenen door bijvoorbeeld geld of spullen in te zamelen noemt de premier „imponerend”. Hij benoemt expliciet dat diverse moskeeën in het land bij het vrijdaggebed stilstaan bij de ramp en geld inzamelen.