Bijna 900.000 Libiërs getroffen door overstromingen
Ongeveer 884.000 Libiërs zijn getroffen door de overstromingen die werden veroorzaken door het noodweer van vorig weekend, schat de VN-organisatie voor humanitaire hulp OCHA. 250.000 van hen hebben dringende hulp nodig.
Er is volgens OCHA ongeveer 71,4 miljoen dollar (bijna 67 miljoen euro) nodig om de kwart miljoen mensen drie maanden te ondersteunen. Regeringen worden opgeroepen snel geld te doneren. De Verenigde Naties heeft zelf 10 miljoen dollar beschikbaar gemaakt. „Wij staan in deze moeilijke tijd achter de bevolking van Libië”, zei VN-noodhulpcoördinator Martin Griffiths hierover.
De Wereldgezondheidsorganisatie maakt 2 miljoen dollar vrij. De overstromingen worden door topman Tedros Adhanom Ghebreyesus omschreven als een „ramp van epische proporties”. De organisatie zet zijn middelen in die al in Libië zijn en stuurt ook extra hulpgoederen vanuit zijn logistieke hub in Dubai.
Door storm Daniel en de daaropvolgende overstromingen zijn in Libië volgens plaatselijke autoriteiten tussen de 5300 en 6000 doden gevallen. Het dodental loopt vermoedelijk nog op. Er zijn zeker 10.000 vermisten. De burgemeester van de zwaar getroffen havenstad Derna denkt dat misschien tot wel 20.000 mensen in zijn stad zijn gestorven.
OCHA meldt op basis van satellietbeelden dat mogelijk een derde van Derna is verwoest en dat meer dan 2200 gebouwen zijn getroffen. Volgens de premier in Tripoli zijn de communicatienetwerken in de stad inmiddels helemaal hersteld. Daarna hebben reddingsteams meer dan driehonderd vermisten, onder wie dertien kinderen, kunnen terugvinden.
Sinds de val van dictator Muammar Kaddafi in 2011 woedt in Libië een machtsstrijd. Het land is grofweg in twee delen gespleten. Het westelijke deel wordt bestuurd door een internationaal erkende regering in Tripoli. In de oostelijke stad Tobruk zit een rivaliserende regering. Na de ramp van maandag kwamen de twee regeringen tot een zeldzame samenwerking om het getroffen gebied van noodhulp te voorzien.