In Jenin ligt de waarheid onder het puin
De doordringende geur van de dood hangt in de lucht. Langs grote bergen puin zoeken mensen hun weg door wat ooit de drukke straten van het centrum van het vluchtelingenkamp van Jenin waren.
Volgens de Palestijnen heeft het Israëlische leger vorige week een slachting aangericht onder de burgerbevolking, Israël zegt dat in Jenin een ware veldslag is uitgevochten met Palestijnse militanten die vanuit „terreurbolwerk” Jenin aanslagen in Israël pleegden. De waarheid ligt vooralsnog onder de puinhopen van het grotendeels kapotgeschoten centrum van het kamp.
Ook na een inspectie van het kamp -sinds maandag worden mondjesmaat journalisten toegelaten- en gesprekken met bewoners en hulpverleners is niet vast te stellen hoeveel mensen er bij het zwaarste offensief van het Israëlische leger in de Palestijnse gebieden zijn omgekomen.
Een woordvoerder van de Palestijnen zegt dat er mogelijk enkele honderden doden zijn gevallen en dat zeker 3000 Palestijnen gevlucht of vermist zijn, het Israëlische leger zegt dat het dodental niet boven enkele tientallen uitkomt. Dat zijn bovendien allemaal Palestijnse strijders, aldus generaal Aharon Ze’evi, het hoofd van de militaire inlichtingendienst.
Volgens het leger hebben alle burgers de gelegenheid gekregen het kamp te verlaten voordat het offensief tegen de militanten werd ingezet. Dat wordt door inwoners van het kamp bevestigd, maar veel mensen zouden in hun huizen zijn achtergebleven, voor een deel uit angst voor het leger, voor een deel omdat ze bang waren hun bezittingen kwijt te raken.
Mannen en jongens van ’gevechtsrijpe’ leeftijd zijn in de eerste dagen na het begin van het offensief op 3 april gearresteerd en ondervraagd door het Israëlische leger, een deel van de inwoners is terechtgekomen in andere vluchtelingenkampen of bij familie ingetrokken. Veel van de inwoners komen met verhalen over massale slachtpartijen in het kamp en over huizen vol met doden, maar bij doorvragen wordt duidelijk dat het om informatie uit de tweede hand gaat.
Het bergen van de lichamen van de slachtoffers is maandag begonnen. De Rode Halve Maan, de zusterorganisatie van het Rode Kruis, zegt dat er tot nog toe zeven doden zijn geborgen. Dinsdag zijn de lichamen van nog eens vier slachtoffers gelokaliseerd. Uit een van de puinhopen steken de vergeelde voeten van een dode en op een trap in een van de kapotgeschoten huizen is het verkoolde lichaam van een man te zien.
Hoewel het dodental nog onbekend is, is de welhaast complete vernietiging van het centrum van het kamp voor iedereen zichtbaar. Een gebied ongeveer zo groot als twee voetbalvelden, waar tot enkele weken terug de huizen zo dicht op elkaar stonden dat twee mensen elkaar in de steegjes nauwelijks konden passeren, is veranderd in één grote stoffige, ruïneuze vlakte waar een penetrante lijkenlucht uit opstijgt.
Reddingswerkers zijn maandag begonnen met puinruimen maar hebben nog onvoldoende zwaar materieel om hun werk naar behoren te kunnen doen. Het puinruimen is door het constante gevaar van instortende gebouwen riskant.
Volgens getuigen zijn de grootste verwoestingen in het kamp aangericht nadat dertien Israëlische soldaten vorige week werden gedood in een met boobytraps volgehangen huis. Het leger koelde zijn woede met tankbeschietingen, aanvallen met helikopters en uiteindelijk met bulldozers.
Niet alleen voor de inwoners van het kamp en de hulpverleners is wat er in Jenin is gebeurd nog onduidelijk. Bij het verlaten van het kamp richt een soldaat, die schrikt van een plotseling opduikende groep journalisten, zijn wapen op het gezelschap. Als duidelijk is dat de verslaggevers terugkomen van een rondgang door het kamp vraagt hij: „En, wat hebben jullie gezien?”
Een woordvoerder van het Rode Kruis zegt dat er reddingsteams gereed staan om naar het verwoeste woonoord bij Jenin te gaan. Het is nog niet duidelijk of Israël hun toestemming geeft om aan het werk te gaan.
Naar het zich laat aanzien zijn afgelopen week bewoners onder het puin van hun woningen bedolven bij de aanvallen van het leger in het dichtbevolkte vluchtelingenkamp. Reddingswerkers met hun speciale uitrustingen mogen van de Israëliërs niet naar binnen.
Vanonder de puinhopen klinkt nog steeds hulpgeroep. Hulpverleners zijn er met primitieve middelen in geslaagd deze week zeven mensen levend onder het puin te vandaan te halen.
Een familie van tien personen zou zich eerder met een mobiele telefoon vanuit het puin hebben gemeld, zo heeft een plaatselijke mensenrechtenorganisatie bericht aan Amnesty International in Londen. Ze zullen naar verwachting aan hun verwondingen bezwijken omdat er geen adequate hulp kan komen. Ook hebben zij geen schoon drinkwater.
Een kleine delegatie van Amnesty is in het kamp geweest en beschreef Jenin woensdag als getroffen door een aardbeving. „De verwoesting is zo enorm dat het nauwelijks voor te stellen is dat er niet vele doden onder het puin liggen”, aldus delegatielid Javier Zuniga.