Meditatie: God is alomtegenwoordig
Psalm 139:7
„Waar zou ik heen gaan voor Uw Geest, en waar zou ik heen vlieden voor Uw aangezicht?”
God is op alle plaatsen tegenwoordig. Zo moet Hij dan alles zien. Hij is zo alomtegenwoordig dat niemand zich zo kan verbergen of God kan hem zien. Want God zegt: „Vervul Ik niet de hemel en de aarde?” Gods alomtegenwoordigheid is een bewijs van Zijn alwetendheid. „Gij weet mijn zitten en mijn opstaan. Gij verstaat van verre mijne gedachten. Gij omringt mijn liggen, en Gij zijt al mijn wegen gewend” (Psalm 139:2,3,7). Dit bewijst hij hiermee: „Zo ik mij bedde in de hel, zie, Gij zijt daar.” Gods alomtegenwoordigheid bewijst Zijn alwetendheid: Hij is op alle plaatsen tegenwoordig. Daarom moet Hij dus alles weten. Dat bewijs gebruikt ook God de Heere: „Zou zich iemand in verborgen plaatsen kunnen verbergen, dat Ik hem niet zou zien, spreekt de Heere; vervul Ik niet de hemel en de aarde, spreekt de Heere?” (Jeremia 23:24). Gods alziend oog betekent ook dat God de geestelijke boosheid van de duivels en van de vervloekte geesten ten volle kent. God weet alles wat er in de hel gebeurt. Wel, gemakkelijker is het hart van de mensen te kennen dan het hart van de duivel. Want onze lichamen drukken uit wat in ons hart is. Wie een wellustig wulps lichaam heeft, kan weten dat hij een wellustig hart heeft. Wie een bloeddorstige hand heeft, kan weten dat hij een bloeddorstig hart heeft.
Christopher Love, predikant te Londen
(”De alomtegenwoordigheid en alwetendheid Gods”, 1690)