Maatschappij zelf legt de lat (te) hoog
Ze bestaan: mensen die niet vatbaar lijken te zijn voor stress. Altijd in balans, niet geraakt door de dagelijkse hectiek. Druk? Jawel, maar prima te doen, hoor. Het vraagt veel inlevingsvermogen om dan oog te hebben voor hen die wél gebukt gaan onder de last van het leven. Dat zijn er nogal wat, steeds meer zelfs.
De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden legde er dinsdag de vinger bij, in het bijzonder bij werkenden in de leeftijdscategorie 18 tot 34 jaar. Een kwart van deze groep kampt met burn-outklachten, stelden onderzoeksbureau TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek vast.
Alleen al in aantallen is deze ontwikkeling zorgwekkend. Voor hen die daadwerkelijk te kampen hebben met de gevolgen van een burn-out is het leven zwaar. Fysiek opgebrand, geestelijk uitgeput, met alle symptomen die daarbij horen. Nauwelijks voor te stellen voor hen die niet geraakt zijn.
Een goede behandeling biedt gelukkig vaak uitkomst, hoe moeizaam zo’n traject soms ook is. Dat iemand met een burn-out weer wordt als vanouds is niet vanzelfsprekend.
De vraag die echter vaker hardop gesteld mag worden, is hoe uitval door burn-outklachten te voorkomen is. Opvallend genoeg zijn er best eenvoudig antwoorden te geven. Althans, de oorzaken van stress en burn-out zijn ruimschoots in kaart gebracht. In z’n algemeenheid zijn daar „het gejaag en gehotsebots van elke dag” (aldus de Belgische krant Het Nieuwsblad deze week). Tel daarbij op de druk om te moeten presteren, financiële zorgen (kan ik een huis betalen, bijvoorbeeld) en niet te vergeten het idee continu bereikbaar te moeten zijn, en de kans om door een burn-out te worden getroffen is opeens levensgroot.
Discussies over bijvoorbeeld het recht op onbereikbaar te zijn voor de werkgever zijn om die reden niet verkeerd, hoe lastig zo’n onderwerp ook is. Waarschuwingen over de nare gevolgen van het schier oneindig bezig zijn met de smartphone –om iets anders te noemen– moeten eveneens niet worden weggelachen.
”Uit staan” is voor werkend Nederland bepaald niet in, maar mag vaker op de agenda. In ieder geval zolang ”aan staan” niet wordt begrensd. Het brein dat nooit uit staat, wordt vroeg of laat blootgesteld aan een overbelasting die funeste gevolgen kan hebben. Voor de persoon in kwestie, voor zijn omgeving, voor de hele maatschappij.
Tijdens de coronapandemie klonk het nogal eens: let een beetje op elkaar. Dat geldt nog steeds. Bij een opening van het schooljaar was dat deze week met zoveel woorden ook te horen, maar dan met een oneindig diepere dimensie: „Je ziel is meer waard dan heel de wereld.”
Presteren, geld verdienen, gezien worden, meetellen: een samenleving legt zelf de lat hoog. Burn-outs zijn daarom niet het probleem van hen die erdoor worden getroffen, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Minder gejaag en gehotsebots graag. Te beginnen door hen die nergens last van zeggen te hebben.