OM eist tbs met dwangverpleging voor steken Haagse huisarts
Het Openbaar Ministerie eist tbs met dwangverpleging voor de man die in februari een huisarts in Den Haag zou hebben neergestoken. Volgens deskundigen is verdachte Michael R. (39) geheel ontoerekeningsvatbaar en handelde hij volledig onder invloed van een psychose. Het Openbaar Ministerie neemt die conclusie over. „De verdachte is volledig ontoerekeningsvatbaar en er kan geen gevangenisstraf worden opgelegd”, zei de officier van justitie.
De arts werd meerdere malen in zijn buik en arm gestoken aan het einde van een consult in de praktijk aan de Apeldoornselaan. Hij raakte daardoor levensgevaarlijk gewond en lag een tijd in coma. „Het slachtoffer heeft de dood recht in de ogen aangekeken”, aldus de officier van justitie. Zonder de juiste hulp zou hij zijn overleden, benadrukte ze.
De steekpartij heeft nog altijd grote impact op het slachtoffer die nog steeds niet zijn werk als dokter heeft hervat. De officier van justitie noemde de gebeurtenis een zwarte dag in het leven van de huisarts „met onnoemelijk leed” voor hem en zijn gezin. Slachtofferadvocaat Sébas Diekstra heeft een schadevergoeding van zo’n 75.000 euro geëist. Na de steekpartij werd een crowdfunding gestart voor het slachtoffer.
Volgens de verdachte had hij gestoken omdat de arts hem niet wilde helpen. De man kampte al langer met klachten en vond dat hij niet goed geholpen werd. Een half jaar voor de steekpartij „ging het van kwaad tot erger” met de verdachte, vertelde hij tijdens de zitting en kwam hij nauwelijks buiten. Ook had hij last van wanen, en problemen met blowen en alcohol.
Gelijk na de steekpartij gooide hij het mes in de vuilnisbak en liep volgens getuigen kalm naar buiten. Kort daarna kon hij worden aangehouden. Bij hem thuis werden verschillende wapens gevonden, zoals een samoeraizwaard en een luchtbuks.
De advocaat van de verdachte vroeg vrijspraak voor de poging tot moord waar de man van verdacht wordt, omdat er geen vooropgezet plan zou zijn. Iets wat het OM bestrijdt omdat R. eerder verklaard zou hebben dat hij de arts „af zou maken” als hij geen hulp zou krijgen. Daarnaast vroeg de advocaat om R. volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren en geen straf op te leggen.
De rechtbank doet op 20 september uitspraak.