„Soepel asielbeleid zuigt mensen aan”
Er is geen bewijs dat Nederlandse regels en opvangvoorzieningen een „aanzuigende werking” hebben op asielzoekers, stelden wetenschappers maandag. Die conclusie roept tegenspraak op.
De stelling is afkomstig uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut in Utrecht, dat is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Volgens het instituut maakt de beschikbare literatuur niet duidelijk in welke mate asielbeleid invloed heeft op het aantal asielmigranten dat naar Nederland komt.
Wel is duidelijk dat áls het beleid invloed heeft, dat met name in de latere fases van het asielproces is, wanneer de migranten de Europese Unie al binnengekomen zijn. Op dat moment hebben de criteria voor het toekennen van asiel of regels voor familiehereniging mogelijk enige invloed op de keuze voor een land die migranten maken. De verschillen in beleid tussen landen binnen de EU zijn echter klein, schrijft het instituut.
Dat laatste is onjuist, stelt Harrie Verbon, emeritus hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. „Denemarken heeft een restrictief beleid ingevoerd: echte vluchtelingen worden binnengelaten, maar heel veel andere asielzoekers niet. Het effect ervan is helder: het aantal asielaanvragen is daar sterk gedaald. Dat een soepeler beleid, zoals in Nederland, asielzoekers aanzuigt, ligt dus voor de hand.”
De Brabantse hoogleraar wijst op een ander aspect dat de keuze van migranten voor een land beïnvloedt: de kans dat men in een land een verblijfsstatus krijgt. „Het blijkt veel moeilijker een verblijfsstatus te krijgen in Oost-Europese EU-landen dan in de West-Europese. Het gevolg is dat meer asielzoekers naar West-Europa dan naar Oost-Europa trekken. Natuurlijk kent iemand in de binnenlanden van Afrika ons asielbeleid niet tot in detail. Maar men weet globaal wel in welk land men kans maakt. Vervolgens komen ze als asielzoeker, omdat ze weten dat ze dan veel meer kans maken dan wanneer ze zich als arbeidsmigrant melden.”
Staatsgrepen
De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut hebben de indruk dat asielmigranten in de regel niet zelf een uitgebreid vergelijkend onderzoek naar het asielbeleid in verschillende landen uitvoeren. Ze laten zich vooral informeren door mensen in hun netwerk.
De aanwezigheid van familie of vrienden is de belangrijkste reden voor asielzoekers om vanuit een ander EU-land door te reizen naar Nederland. Ook wordt Nederland als aantrekkelijk gezien wegens de veiligheid en de welvaart. In de keuze voor een land waar ze hun geluk gaan beproeven spelen daarnaast infrastructuur en financiële middelen een rol, net als bijvoorbeeld toevallige ontmoetingen met mensen die hulp kunnen bieden.
In het maatschappelijke debat over asielbeleid wordt vaak verondersteld dat gunstige regels en opvangvoorzieningen ervoor zorgen dat relatief veel asielzoekers naar Nederland komen, constateren de onderzoekers. Verbon publiceerde al eerder over de vraag of het asielbeleid een aanzuigende werking heeft. „Degenen die de bescherming van de EU-landen echt nodig hebben, zoals de nu voor de oorlog vluchtende Oekraïners, zouden meer geholpen zijn met een selectieve beperking van het aantal migranten in ‘normale’ tijden – die schept immers ruimte”, was in maart vorig jaar zijn conclusie in het blad Sociale Vraagstukken. Daarbij verwees hij naar onderzoek van de Engelse econoom Timothy Hatton, die vaststelde dat intensievere grenscontroles en strengere asielprocedures de asielinstroom afremmen.
„Mensen uit Afrika en Azië willen massaal naar Europa”, zegt Verbon nu. „Dat begrijp ik. Als je alle recente staatsgrepen en corruptie in Afrika ziet, snap je dat mensen daar weg willen. De vraag is dus niet of Europa mensen aantrekt, de vraag is of een terughoudender beleid mensen afschrikt. Denemarken laat zien dat dat het geval is. Daaruit kun je concluderen dat een soepeler beleid, zoals in Nederland, extra buitenlanders aanzuigt.”