„Een dwangsom is prima, maar doet geen pijn”, zei De Jonge tijdens een hoorzitting van de Provinciale Staten van Zuid-Holland in het stadhuis van Dordrecht. „Soms moet je iets stilleggen als je wat voor elkaar wil krijgen.”

De wethouder, die samen met wethouders uit de omliggende gemeenten Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden op de hoorzitting verscheen, verwees daarmee naar een recente gebeurtenis. Milieudienst DCMR trof in mei bij metingen in het afvalwater een PFAS-stof aan waar Chemours geen vergunning voor heeft. De provincie legde het bedrijf daar deze week een dwangsom van 125.000 euro voor op, die van kracht wordt als de stof nogmaals wordt aangetroffen.

De Jonge riep Chemours op om „verantwoordelijkheid” te nemen en de uitstoot van schadelijke stoffen „zo snel mogelijk” naar nul te brengen. De wethouder benadrukt dat inwoners van haar stad het advies hebben gekregen om geen groente uit eigen moestuin meer te eten, omdat daar PFAS in zit. „En onze openbare zwemplassen kunnen ook niet meer gebruikt worden vanwege de hoge concentratie PFAS. Mensen maken zich terecht zorgen om hun gezondheid. Het helpt dan niet als we weten dat er dagelijks nieuwe concentraties PFAS worden toegevoegd aan het water, de lucht en de bodem.”

Dordrecht heeft samen met Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden een rechtszaak aangespannen tegen Chemours. De gemeentes houden het bedrijf verantwoordelijk voor alle schade, waaronder de bodemverontreiniging. De rechter doet op 27 september uitspraak.

„We bundelen de krachten”, aldus De Jonge. „Terwijl er steeds weer informatie over PFAS-vervuiling naar buiten komt en de zorgen toenemen, procedeert dit bedrijf tegen de zo gewenste aanscherping van de normen en tegen de lobby om te stoppen met PFAS. Dat is Chemours. Onze stad en onze inwoners accepteren dit niet langer.”