Omkeer
Wie waarlijk bekeerd is, zal dit spoedig merken. Er komt een zeldzame verandering in zijn doen en laten, zodat hij niets zal willen doen zoals hij dat tevoren deed. Hij wil niet zo spreken als hij tevoren sprak. Hij wil het gezelschap niet volgen dat hij tevoren volgde, niet de dartele manieren volgen die hij voorheen gewend was.Dit vindt de wereld vreemd en zij spreekt er kwalijk over. Maar de boetvaardigheid rukt de mens met geweld uit de klauwen van de duivel en maakt het hoogmoedige nederig en het wrede zachtzinnig. Het maakt van een wolf een lam en van een leeuw een schaap. Dit alles brengt de boetvaardigheid voort.
Paulus reisde naar Damascus als een wolf, als een vervolger, als een hater enzovoort. Voordat hij daar aankwam, was hij veranderd, zo machtig was Hij Die hem op de weg ontmoette.
Toen Jezus de Heilige Geest volgens Zijn beloften op Zijn discipelen zond, waren er enige spotters in Jeruzalem die zeiden: „Zij zijn vol zoete wijn!” Diezelfde mensen riepen kort daarna uit: „Wat zullen wij doen mannenbroeders?” Dit alles was een wonderlijke en snelle verandering.
Wij zien daaruit de kracht van de boetvaardigheid, als God die in een mensenhart werkt, en als Hij, zoals men zegt „de spijker op de kop slaat.”
Zo is de boetvaardigheid machtiger dan de gehele wereld. Zij werkt wat alle mensen niet machtig zijn te doen. Want bekering is een bovennatuurlijk werk.
Arthur Dent, predikant te Essex (Practycke der bekering, 1648)