Optimisme en argwaan na verkiezingen Irak
Talrijke staatshoofden, regeringsleiders en andere functionarissen hebben zich maandag lovend uitgelaten over de verkiezingen voor een Iraaks overgangsparlement zondag. Alom was er lof voor de moed van de Irakezen om temidden van het aanhoudende geweld een stem uit te brengen. Tegelijkertijd werd er zorg geuit over de toekomst van het land, en dan vooral over wat de politieke rol van de soennitische minderheid zal zijn.
De Iraakse interim–premier Allawi riep zijn landgenoten maandagmiddag op tot eenheid. Hij beloofde de strijdende etnische en religieuze groeperingen in zijn land weer bij elkaar te brengen. „Vanaf vandaag begin ik een nieuwe nationale dialoog om ervoor te zorgen dat alle Irakezen een stem in de nieuwe regering krijgen".
Allawi zei te beseffen dat ’de hele wereld toekijkt’. „Zoals we eerder samenwerkten om de dictator te verdrijven, zo moeten we nu samenwerken aan een nieuwe toekomst: soennieten, sjiieten, moslims en christenen, Arabieren, Koerden en Turkmenen".
De opkomst was zondag met 60 procent boven verwachting, maar vooral de soennieten, decennia lang de machtsfactor in Irak onder Saddam Hussein, bleven thuis. Ze vreesden voor aanslagen en ze waren door politici opgeroepen de stembusgang te boycotten. Maandag bleef het overigens opvallend rustig in het Arabische land, hoewel er wel drie Amerikaanse doden vielen ten zuiden van Bagdad.
De Amerikaanse president Bush zei dat de wereld zondag „de stem van de vrijheid" heeft gehoord. „Het Iraakse volk heeft door te stemmen de antidemocratische ideologieën van terroristen ferm terzijde geschoven", zei Bush. De president sprak van een ’klinkend succes’. „Het volk laat zich niet intimideren door boeven en moordenaars. Allawi zei dat de stembusgang een overwinning was op de terroristen".
Hoewel de uitslag nog wel ruim een week op zich laat wachten, is het zeker dat het overgangsparlement, de Nationale Assemblee, gedomineerd zal worden door sjiieten en door Koerden. Verscheidene soennitische Arabische leiders of commentatoren benadrukten maandag dat de Iraakse soennieten zich niet verder gemarginaliseerd moeten gaan voelen. Dat zou de weg effenen naar een burgeroorlog in Irak.
De gematigde koning Abdallah van Jordanië, bondgenoot van de VS, riep het nieuwe Iraakse parlement op oog te hebben voor alle geloofs– en bevolkingsgroepen als het binnenkort begint aan een van zijn belangrijkste taken: het opstellen van een nieuwe grondwet. Een hoge sjiitische functionaris, verbonden aan de Daawa–partij, zei op zijn beurt dat de soennieten kunnen rekenen op steun. Volgens Juad al–Maliki zullen de sjiieten waarschijnlijk niet alle gewonnen zetels gaan claimen, maar deze deels afstaan aan soennieten.
De Turkse regering reageerde maandag afgemeten op de stembusgang. Ankara onderstreepte tussen de regels door zijn bezorgdheid dat de toegenomen Koerdische politieke macht in Irak uiteindelijk kan uitmonden in de komst van een Koerdische staat. „Wijzigingen van de demografische structuur in Noord–Irak" zouden voor Turkije onacceptabel zijn. Het land bestrijdt al jaren met harde hand separatisme van in Turkije wonende Koerden.
De Nederlandse minister Bot van Buitenlandse Zaken noemde het verloop van de verkiezingen een ’bemoedigend teken’. „Als je kijkt naar alle voorspellingen, dan kun je op basis van wat we nu weten spreken van een relatief succes", zei de minister maandag in Brussel.
De verkiezingen in Irak bewijzen volgens Bot dat democratie in die regio wel degelijk mogelijk is. „Tegen de verwachtingen van alle somberaars in, hebben we in Palestina, Afghanistan en nu hier verkiezingen gehad. De somberaars zeiden: dat werkt nooit. Maar al die mensen hebben laten zien hoeveel waarde ze eraan hechten hun stem te kunnen laten horen".