Inmiddels is de helft van de dertig steden volgens H. de Boer, die zich bij Pavem bezighoudt met de arbeidsmarkt, aan de slag met de cocktail. „De rest werkt nog aan een invoering", stelde de oud–voorzitter van ondernemersorganisatie MKB–Nederland maandag.

Pavem houdt deze zomer volgens plan op te bestaan. In het voorjaar van 2004 wees De Boer werkgevers er nog op dat bijna 10.000 allochtone vrouwen als werkzoekend staan ingeschreven die dusdanig goed zijn opgeleid en ingevoerd in de Nederlandse taal, dat ze direct aan de slag kunnen. Dit aantal lijkt volgens hem niet kleiner geworden. Pavem is volgens hem wel geslaagd. Dinsdag wordt de aanpak door de commissie in de Tweede Kamer besproken.

Toen de commissie in juli 2003 werd ingesteld door het kabinet, kreeg volgens De Boer de achterblijvende participatie van allochtone vrouwen „nog bij lang niet alle" gemeenten de nodige aandacht. „Het gaat erom dat nu bij de grote steden de emancipatie van deze vrouwen in brede zin op de agenda staat en aangehaakt kan worden als de economie groeit en er vacatures bijkomen. Het is nu alleen nog hopen en bidden dat de markt snel voldoende aantrekt".

Het smoelenboek is volgens De Boer een project uit Nijmegen, waarmee samen met de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) allochtone vrouwen op een succesvolle manier onder de aandacht komen bij werkgevers. Verder moeten gemeenten volgens Pavem in navolging van Rotterdam harde afspraken maken met werkgevers. Bijvoorbeeld dat werkgevers bij openstaande vacatures eerder denken aan de vrouwen uit het smoelenboek en die uitnodigen voor een gesprek.

Daarnaast hebben meerdere steden al speciale banenmarkten georganiseerd, waardoor gemeenten, werkgevers, bemiddelaars en de vrouwen elkaar kunnen ontmoeten".