Meditatie: God schiep!
Genesis 1:1
„In den beginne schiep God de hemel en de aarde.”
Het woord ”begin” op Christus te laten slaan, is al te gezocht. Mozes toch wilde eenvoudig dit zeggen dat de wereld niet terstond van de beginne geordend is geweest, zoals zij thans gezien wordt, maar dat een ledige chaos van hemel en aarde geschapen werd. Derhalve kan de zin aldus worden verklaard: „Toen God in de beginne hemel en aarde schiep, was de aarde woest en ledig.” Voorts leert hij door het woord ”scheppen” dat hetgeen vroeger niet bestond, geworden is. Immers, hij gebruikte niet het woord dat ”vormen” of ”ordenen” betekent. Daarom is de zin deze, dat de wereld uit niets is geschapen. Hierdoor wordt weerlegd het lichtvaardig gevoelen van hen die zich voorstellen dat er altijd een ongeordende stof heeft bestaan. Zij besluiten uit Mozes’ verhaal niets anders dan dat de wereld met een nieuw gewaad toegerust, en haar een gedaante is gegeven die zij vroeger miste. Dit verzinsel was vroeger zelfs algemeen onder goddeloze mensen, tot wie slechts een vaag gerucht was doorgedrongen, zoals het de gewoonte van de mensen is, de waarheid Gods met vreemde verzinselen te vervalsen. Maar dat in het verkondigen van deze verfoeilijke dwaling, christenmensen behulpzaam zijn, is ongerijmd en volstrekt niet te verdragen. Dit zij daarom onze eerste slotsom, dat de wereld niet eeuwig is, maar dat ze geschapen is door God.
Johannes Calvijn, reformator te Genève (”Voorwoord op Genesis”, 1563)