Rembrandt-tentoonstelling in Hermitage trekt 100.000 bezoekers
De tentoonstelling Rembrandt en tijdgenoten in de Hermitage Amsterdam heeft sinds februari 100.000 bezoekers getrokken, meldt het museum donderdag. De tentoonstelling, die nog tot zondag te zien is, is de laatste van het museum onder de naam Hermitage. Vanaf 1 september gaat het museum aan de Amstel verder als H’ART Museum.
In de tentoonstelling zijn 35 schilderijen te zien van Hollandse meesters, waarvan er veel decennialang niet in Nederland waren geweest. Behalve werken van Rembrandt toont de collectie schilderijen van zijn leermeester, Pieter Lastman, van leerlingen en volgelingen, onder wie Ferdinand Bol en Arent de Gelder, en tijdgenoten als Carel Fabritius en Jan Steen. De werken zijn afkomstig uit The Leiden Collection, een van de grootste particuliere collecties met zeventiende-eeuwse Nederlandse kunst.
In 2025 zijn alle zeventien Rembrandts uit The Leiden Collection te bewonderen in het H’ART Museum ter ere van het 750-jarige bestaan van de hoofdstad. Vanaf maandag start het museum met de opbouw van de eerste tentoonstelling onder de nieuwe naam. De tentoonstelling Julius Caesar - ik kwam, ik zag en ging ten onder - is te zien vanaf zaterdag 16 september.
Hermitage Amsterdam verbrak vorig jaar maart de banden met het gelijknamige staatsmuseum in het Russische Sint-Petersburg vanwege de inval van Rusland in Oekraïne. Daardoor moest het museum op zoek naar een nieuwe invulling en naam. H’ART Museum gaat voor toekomstige tentoonstellingen samenwerken met internationale topmusea als het British Museum, Centre Pompidou en Smithsonian American Art Museum.