Huizenprijzen gaan voor tweede maand op rij weer wat omhoog
De prijzen van koopwoningen zijn vorige maand licht gestegen ten opzichte van juni, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het gaat om een stijging van 0,5 procent in juli, nadat de prijzen in juni op maandbasis ook al licht omhoog gingen met 0,2 procent. Daarmee veren de Nederlandse huizenprijzen weer wat op na maanden van prijsdaling.
Vergeleken met juli vorig jaar lagen de prijzen vorige maand nog wel 5,5 procent lager. Daarbij speelt mee dat de woningprijzen vorig jaar nog een piek bereikten, waarna huizen snel goedkoper werden. Uit de CBS-cijfers komt verder naar voren dat er vorige maand 9 procent minder woningen van eigenaar wisselden dan in dezelfde maand vorig jaar.
Dat de huizenprijzen maandenlang omlaaggingen, werd met name veroorzaakt door de snel gestegen hypotheekrente. Daardoor konden huizenkopers minder lenen, wat de prijzen drukte. Maar De Hypotheker constateerde begin deze maand dat het gemiddelde hypotheekbedrag in juli op het hoogste punt stond sinds april 2022. Daarmee was na veertien opeenvolgende maanden van dalingen een kentering te zien, stelde de hypotheekadviseur.
Zo’n omslag merkt ook consultancybureau IG&H, dat de totale omzet op de hypotheekmarkt in het tweede kwartaal met 5,6 procent op kwartaalbasis zag stijgen tot 25 miljard euro. Daarmee is volgens IG&H de daling, die werd ingezet nadat de hypotheekomzet in het tweede kwartaal vorig jaar een recordhoogte had bereikt, „doorbroken”. Vooral starters sloten vaker een hypotheek af, aldus het bureau. Die waren goed voor een omzetstijging van ruim 13 procent.
De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) meldde begin vorige maand al dat de huizenmarkt weer lijkt op te krabbelen. „De dynamiek is weer terug in de woningmarkt”, zo verwoordde voorzitter Lana Gerssen van de NVM-vakgroep Wonen het toen. Volgens eigen cijfers van de makelaars kostte een koopwoning het tweede kwartaal in doorsnee 410.000 euro, 2,8 procent meer dan in de eerste drie maanden van 2023. Dat was nog wel bijna 9 procent minder dan een jaar eerder.