Geweld eist jaarlijks 37.000 slachtoffers
Zo’n 37.000 slachtoffers van geweld melden zich jaarlijks bij de eerstehulpposten van ziekenhuizen. Dat blijkt uit cijfers van de stichting Consument en Veiligheid.
In zeker 10 procent van de gevallen (3800) gaat het om geweld dat zich heeft afgespeeld tijdens het uitgaan. Meer dan de helft van deze slachtoffers (2300) liep letsel op in bar, kroeg of café. Een op de vijf (770) liep de verwondingen op in een discotheek.
Een woordvoerder van de stichting Consument en Veiligheid verklaarde zondag dat het probleem van horecageweld wellicht groter is, omdat meer dan de helft van het aantal slachtoffers niet opgeeft waar het geweld zich heeft afgespeeld. De zegsman benadrukt dat geen stijgende of dalende ontwikkeling in het aantal horecaslachtoffers is te ontdekken.
Een kwart van de mensen die zich laten behandelen voor letsel dat is opgedaan in de horeca is tussen de 20 en 24 jaar. Negen van de tien slachtoffers zijn mannen. In tweederde van de gevallen gaat het om lichaamsgeweld zoals slaan, stoten, trappen of schoppen. Een kwart van de gewonden is bewerkt met een wapen of scherp voorwerp (vooral glas).
Uit dezelfde analyse van het aantal behandelingen op de eerstehulpposten bleek tevens dat jaarlijks 3400 recreatieve schaatsers in het ziekenhuis belanden. Uit cijfers van de stichting Consument en Veiligheid komt naar voren dat de jeugd tussen tien en veertien jaar de grootste risicogroep is. De jongeren vormen een kwart van de slachtoffers die zich, meestal na een val, in het ziekenhuis moeten laten behandelen.
Een val tijdens het schaatsen kan ernstige gevolgen hebben. Vier op de tien slachtoffers lopen een breuk op. Pols, onderarm en elleboog zijn de zwakke plekken. Een op de zeven ongelukkige schaatsers heeft een hoofdwond. In 120 gevallen gaat het om een hersenschudding of nog ernstiger hersenletsel. Ongeveer 6 procent van de slachtoffers moet na behandeling op de afdeling spoedeisende hulp worden opgenomen in het ziekenhuis.