IFRS maakt winst en verlies transparanter
Sinds dit jaar moeten alle ruim 7000 beursgenoteerde Europese ondernemingen verplicht rapporteren volgens nieuwe internationale boekhoudregels, de International Financial Reporting Standards (IFRS).
Die moeten ertoe leiden dat beleggers en beurswaakhonden als de AFM transparante en geloofwaardige bedrijfsresultaten gepresenteerd krijgen. De nieuwe standaard moet de vorming van één grote Europese kapitaalmarkt dichterbij brengen.
De geloofwaardigheid van de stroom jaar- en kwartaalcijfers die beleggers te verwerken krijgen, is de afgelopen jaren ernstig in het geding geraakt. Het begon allemaal met de grote schandalen bij de Amerikaanse concerns Enron en WorldCom. Die brachten aan het licht dat voormalige beurslievelingen hun gunsten bij beleggers vooral door creatief boekhouden hadden verkregen. Schulden werden op slimme wijze weggezet, zodat ze niet de nettowinst zouden beïnvloeden. Ook het Nederlandse Ahold kreeg, onder meer via zijn Amerikaanse dochter US Foodservice, zijn eigen boekhoudschandaal.
De misstanden versnelden de besluitvorming over de IFRS-standaard. Deze regels moeten het, volgens voorstanders van het IFRS-systeem, eenvoudiger maken de resultaten van bedrijven in verschillende landen te vergelijken. Zo kunnen de cijfers van bijvoorbeeld chipbedrijven als het Nederlandse ASML, het Duitse Infineon en het Franse STMicroelectronics slechts op één manier uitgelegd worden. Tot nog toe maken de vele varianten van boekhoudmethodes een eerlijke vergelijking moeilijk.
De kern van IFRS is dat zo veel mogelijk zaken binnen een bedrijf tegen marktprijzen worden gewaardeerd. Dat kunnen posten zijn als machines, bedrijfspanden of bijvoorbeeld de uitstaande lening bij de bank. Dat is een groot verschil met de waardering tegen historische prijzen of aankoopprijzen in het huidige boekhoudstelsel. Analisten zijn het erover eens dat hierdoor de winsten van bedrijven onder IFRS een stuk wisselvalliger zullen uitpakken.
Het is nog afwachten hoe de aandelenkoersen op de nieuwe boekhoudregels reageren. Grote multinationals zoals Shell en de bankconcerns hebben beleggers er nadrukkelijk op gewezen dat IFRS geen invloed heeft op de operationele activiteiten van de bedrijven.
Beleggers en analisten moeten voortaan uitzoeken of de verandering van de winst een boekhoudkundige aangelegenheid is of dat ze te maken heeft met de dagelijkse gang van zaken bij het bedrijf. Sommige analisten vrezen dat ondernemingen zich in allerlei bochten zullen wringen om maar zo goed mogelijk voor de dag te komen volgens de nieuwe regels.
Onder het oude boekhoudregime konden bedrijven schommelingen in de resultaten afvlakken. Zo werd ruim gebruikgemaakt van voorzieningen, geld dat opzij werd gezet voor onverwachte voorvallen. Door de voorzieningen weer vrij te geven werden later winstcijfers opgepoetst. Onder IFRS zijn de mogelijkheden hiertoe zeer beperkt.
Een van de belangrijkste punten van IFRS is dat de jaarlijkse afschrijving van goodwill, de overnamepremie die bedrijven betalen voor de opgebouwde naam en faam van de onderneming, verdwijnt. De goodwill moet tegen een reële waarde als bezitting op de balans worden gezet. Met regelmatige tests wordt vervolgens gekeken of de vastgestelde waarde nog wel overeenkomt met de werkelijke waarde.
Voor een onderneming als uitzender Vedior betekent het vervallen van de jaarlijkse afschrijving op goodwill dat het bedrijf bij de presentatie van de cijfers over dit kwartaal voor het eerst weer een nettowinst kan laten zien in plaats van verlies. Vedior kocht in 1999 het Britse uitzendbedrijf Select voor ruim 1,8 miljard euro. Op deze aankoop werd jaarlijks 270 miljoen euro afgeschreven, wat ten koste ging van de winst.
Duidelijkheid komt er ook over de waarde van uitgekeerde personeelsopties die vanaf 1 januari als kosten moeten worden opgevoerd en daardoor de winst drukken. Tot nu toe mochten opties buiten de jaarrekening worden gehouden. Oliegigant BP heeft als gevolg van deze maatregel al besloten geen personeelsopties meer uit te keren. Veel marktkenners denken dat zulke opties hun langste tijd hebben gehad.
Niet iedereen staat positief tegenover strakkere regelgeving. Er moet meer worden gerapporteerd en dat betekent dat bedrijven meer geld moeten steken in het naar boven halen van financiële gegevens en het bijhouden hiervan. Het lokaal genoteerde bedrijf Kühne + Heitz besloot in december zijn beursnotering te beëindigen. De belangrijkste reden: de fors hogere kosten van het nieuwe boekhoudstelsel. Volgens bestuursvoorzitter M. Molenaar brengt IFRS „slechts extra administratieve lasten met zich en voegt het niets toe aan het bedrijf.”