OM: 2 jaar cel voor „dollemansrit” en poging doodslag op agenten
Het OM heeft donderdagmiddag in de rechtbank van Utrecht twee jaar cel geëist, waarvan acht maanden voorwaardelijk, tegen de 29-jarige Mohammed M. Hij wordt verdacht van een poging tot doodslag op vier agenten van politiekorps De Ronde Venen op 10 april dit jaar. Het OM stelt dat M. „levensgevaarlijk rijgedrag” vertoonde tijdens zijn „dollemansrit”.
De agenten wilden M. in Abcoude aanhouden na een melding over slingerend rijgedrag, maar hij ging ervandoor met snelheden tot 190 kilometer per uur. M. zou meerdere malen tegen politiewagens zijn gebotst. Hij zei tegen de rechter dat hij walgde van zichzelf.
De achtervolging ging over de A2 en A27. M. zou daarbij ook een paar keer plots hebben geremd, waardoor agenten ook moesten remmen. Eén van hen was aanwezig in de zaal. Van de achtervolging zijn dashcambeelden die tijdens de zitting zijn getoond. Een van de politieauto’s lijkt de vangrail te raken. Ook was te horen dat een agent zegt: „Dit is leip”, en: „Wooow”. M. zei tegen de rechter dat hij niet nadacht: „Ik ben er overstuur van.” Wel ontkende hij dat politieauto’s heeft geramd: „Ik wilde juist een aanrijding voorkomen.” Zijn advocaat zegt dat het niet „op rammende wijze” is gebeurd, maar heeft het over „schaven”. Hij stelt daarom dat M. moet worden vrijgesproken van poging tot doodslag.
De politie heeft M. in Breda op de A58 klemgereden, waarna hij te voet probeerde te vluchten. M. zou volgens de agenten verward zijn overgekomen en zou bij de arrestatie hebben gebeten en gespuugd. De advocaat stelt dat de agenten vloekten tegen M. en dat dat onnodig was. Maar het OM zegt die krachttermen te begrijpen. De officier las aangiftes van de agenten voor over wat zij ervoeren tijdens de achtervolging: „We vreesden voor ons leven” en „Ik vroeg me af of ik nog thuis zou komen.”
De verdachte had geen geldig rijbewijs en een alcoholpromillage van 0,84 in zijn bloed. Ook slikte hij zijn antidepressiva niet. Volgens de advocaat heeft M. een stoornis waardoor hij het risico van zijn gedrag niet kan inschatten. Ook stelde hij dat M. veel dronk vanwege zijn trauma: zijn jongere broer is overleden door een verkeersongeluk.
De uitspraak is op 31 augustus.