AOb: lerarentekort blijft een probleem, wel steeds zichtbaarder
Het lerarentekort op basisscholen is komend schooljaar opnieuw hoog. Van een „acute” toename is volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) geen sprake. „Er is al jaren een crisis. Wel wordt het probleem steeds zichtbaarder”, zegt een woordvoerster.
Volgens de meest recente cijfers hebben basisscholen een tekort aan leraren van ongeveer 9700 fte, zegt de PO-Raad, de sectorvereniging voor het primair onderwijs. Ook de AOb spreekt van een tekort dat „al jaren rond de 10.000 fte” ligt. Dat komt neer op bijna 10.000 voltijdbanen en een tekort van 9,5 procent van het totaalaantal benodigde leerkrachten.
Hoewel het aantal vacatures in het onderwijs al jaren hoog is, is het tekort niet langer een probleem van de grote steden. Waar eerder voornamelijk scholen in de Randstad en in kwetsbare wijken moeite hadden een team rond te krijgen, moeten nu ook scholen daarbuiten „steeds meer kunst- en vliegwerk uithalen” om voldoende leraren voor de klas te hebben. „Het probleem speelt nu ook in bijvoorbeeld Zuid-Limburg en in betere wijken, waar ouders mondiger zijn”, zegt de AOb-woordvoerster.
Vanwege het aanhoudende tekort hebben scholen volgens de bond steeds minder vet op de botten. „Als scholen hun team van leerkrachten niet op orde hebben, kunnen mensen eigenlijk niet uitvallen. Als dat wel gebeurt, bijvoorbeeld als ze ziek zijn, moet een toch al kleine groep dat opvangen en stijgt de werkdruk verder”, legt de zegsvrouw uit. „Op die manier gaat het steeds meer piepen en kraken en stort het bouwwerk langzaam in.”
Om het lerarentekort aan te pakken is vorig jaar het salaris van leraren in het basisonderwijs gelijkgetrokken met dat van docenten in het voortgezet onderwijs. Maar, zo zegt de AOb, het tekort is een hardnekkig probleem en een oplossing vraagt een lange adem. „Als het nieuwe kabinet er vol op inzet, kunnen we het tij keren.”
Om leerkrachten te behouden en nieuwe aan te trekken, pleit de AOb samen met de PO-Raad en VO-raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, onder meer voor een verdere salarisverhoging en een marktconform salaris. Ook zetten ze in op klassenverkleining. „Dat klinkt onlogisch, maar beginnende leerkrachten staan soms voor 60 leerlingen, die ze niet genoeg aandacht kunnen geven. Als leraren langere tijd het gevoel hebben dat ze hun werk niet goed gedaan hebben, holt dat ze uit. Steeds meer beginnende leraren houden er binnen vijf jaar mee op.”