Voedselbanken Nederland noemt zorgen ‘niet anders dan anders’
Voedselbanken Nederland heeft geen speciale verwachtingen als gevolg van de melding van het Centraal Planbureau dat, zonder maatregelen van het kabinet, volgend jaar 5,7 procent van de totale bevolking in armoede zou kunnen gaan verkeren. De zorgen zijn „niet anders dan anders”, aldus vicevoorzitter Tom Hillemans van de vereniging van 174 voedselbanken. Daar is de situatie volgens hem nu eenmaal altijd „grillig”.
In het vorige jaar, dat getekend werd door de Russische inval in Oekraïne en de energiecrisis, zagen de voedselbanken de klandizie met 35 procent toenemen. Dat wisten ze op te vangen, aldus Hillemans. De voorraden waren nog steeds toereikend. Er werden 120.000 mensen geholpen. Inmiddels is een lichte daling ingezet. „Er wordt echter geen forse daling verwacht.”
Hillemans denkt dat er, grof geschat, wel 400.000 mensen in aanmerking zouden komen gezien de normen die aan inkomens en gezinssamenstelling worden gesteld. De hulp is alleen bedoeld voor de „allerarmsten”. Een nieuwe klant wordt overigens wel altijd meteen geholpen, aansluitend wordt nagegaan of zij of hij echt beneden de normen zit. Blijkt dat niet zo te zijn, dan volgt er een gefaseerde uitloopregeling. De voedselbanken doen ook hun best om de mensen op het spoor te zetten naar zelfredzaamheid, via andere vormen van hulpverlening.
Behalve hulpverlening is de strijd tegen voedselverspilling een belangrijk doel van de voedselbanken. Bedrijven doneren voedsel dat nog prima in orde is, maar toch niet meer wordt verkocht en anders zou worden weggegooid. Hillemans ziet deze aanvoer minder worden en noemt dat aan de ene kant goed, omdat het een gevolg is van de maatregelen tegen verspilling. Aan de andere kant betekent dit dat de voorraden kleiner worden.
De drukte van vorig jaar werd mede opgevangen dankzij extra donaties, ook van particulieren, en financiële hulp waaronder subsidie.