Voor uitkeringsgerechtigden dreigt flinke ’min’ in koopkracht
Waar veel Nederlanders volgend jaar wat meer te besteden hebben ten opzichte van dit jaar, gaan uitkeringsgerechtigden er in koopkracht wel flink op achteruit. Als extra maatregelen van het kabinet uitblijven, zien mensen die een (bijstands-)uitkering ontvangen hun koopkracht terugvallen met 2,7 procent, blijkt uit cijfers die het Centraal Planbureau donderdag naar buiten bracht.
Over het algemeen zien Nederlanders hun koopkracht met 1,1 procent verminderen in 2023, vooral vanwege de hoge prijzen. Voor uitkeringsgerechtigden geldt een min van 0,3 procent. Onder meer door al eerder genomen crisismaatregelen van het kabinet worden mensen met een uitkering net wat minder hard in de portemonnee geraakt. De verwachting is dan ook dat het kabinet op Prinsjesdag maatregelen zal aankondigen om te voorkomen dat uitkeringsgerechtigden er volgend jaar alsnog hard op achteruit gaan.
Waar veel inkomensgroepen er volgend jaar weer wat op vooruit gaan, geldt dit dus niet voor uitkeringsgerechtigden. Mensen met een baan profiteren van de hogere lonen, terwijl ontvangers van een uitkering afhankelijker zijn van de overheid. Veel regelingen van het kabinet lopen vanaf 1 januari 2024 af. De Tweede Kamer eiste vorige maand bijna unaniem dat het kabinet met maatregelen moet komen om armoede tegen te gaan. Zonder maatregelen komen bijna 1 miljoen mensen in armoede terecht, aldus het CPB.
Eerder dit jaar kreeg het kabinet nog een heel belangrijk advies over het bestaansminimum, het minimumbedrag dat mensen nodig hebben om rond te komen en mee te komen in de samenleving. De bijstand en het minimumloon moeten omhoog, en het kabinet moet kijken naar het verhogen van de huurtoeslag én regelingen voor kinderen, oordeelde de Commissie Sociaal Minimum. Zonder die ingrepen, die optellen tot 6 miljard euro, komen mensen op het bestaansminimum tientallen tot honderden euro’s per maand tekort.
Het is nog onduidelijk of het kabinet deze adviezen nu al opvolgt. Minister van Sociale Zaken Karien van Gennip zegt in een reactie op de CPB-cijfers wel „met oog voor alle groepen” in gesprek te gaan over de koopkrachtmaatregelen. „Rekening houdend met onze demissionaire status, doe ik wat ik kan om perspectief te bieden. Vooral voor gezinnen en mensen met een lager inkomen.”