Tbs’er Kendrick M. blijft vastzitten voor poging tot moord
Tbs’er Kendrick M. (32), die tijdens zijn verlof ontsnapte en wordt verdacht van poging tot moord op een 27-jarige vrouw, blijft vastzitten. Dat besloot de rechtbank van Utrecht dinsdagmiddag tijdens een voorbereidende zitting. M. was niet aanwezig in de rechtszaal. Het slachtoffer volgde de zaak via een videoverbinding en werd bijgestaan door een vriendin en Slachtofferhulp.
M. zit nu in de gevangenis in Vught, maar zat sinds 2018 in de Pompekliniek in Nijmegen voor doodslag, waarvoor hij ook acht jaar cel kreeg. Tijdens zijn begeleid verlof op 30 november vorig jaar ging M. ervandoor. Zijn begeleider ging nog achter hem aan, maar er stond een auto klaar waar de tbs’er in sprong.
Hij zou daarna een vrouw in Soest hebben opgezocht in haar woning, waar ook haar toen 5-jarige zoontje was. Daar zou hij de vrouw meerdere malen hebben gestoken met een mes. Ook zou hij haar hebben geslagen en haar keel dicht hebben geknepen.
De advocaat van M. pleitte ervoor de voorlopige hechtenis op te heffen, zodat M. weer terug kan naar een tbs-kliniek om zijn behandeling voort te zetten. „Dat lijkt mij zuiverder, want die behandeling was nog niet afgerond.” De rechtbank dacht daar anders over: „In deze situatie heeft de verdachte zich juist aan deze behandeling onttrokken.”
Bij de ontsnapping zou M. hulp hebben gekregen van drie personen uit het Zuid-Hollandse Bergschenhoek, onder wie een toen 16-jarige jongen. Die stond hierom dinsdagmiddag ook voor de rechter in Utrecht, maar die zitting was besloten omdat de jongen minderjarig is.
In een eerdere zitting in mei dit jaar weersprak de advocaat van de verdachte dat er sprake was van poging tot moord. Hij betoogde dat M. door de vrouw werd afgeperst en dat M. geen mes bij zich had. „Bovendien is hij veertig minuten binnen in de woning geweest en hebben ze uitgebreid met elkaar gesproken. Dat past niet bij een vooropgezet plan.” De advocaat liet weten dat M. zich gaat beroepen op noodweer.
De volgende voorbereidende zitting is op 24 oktober, de eerste inhoudelijke behandeling op 5 december.