Afik: cocktail van korte lontjes en knuffels
De afgelopen weken waren mijn gezin en ik in de Verenigde Staten. We verkasten van plek naar plek en genoten van het gemak en het buitengewone. Soms is het een verademing om even niet in Israël te zijn. De interne en externe spanningen, de kosten van het levensonderhoud, de korte lontjes…
Na een tijdje begon het echter te kriebelen. Na de zoveelste oppervlakkige „hey, how are you?!”, hadden we echt weer behoefte aan de rauwheid en echtheid van Israël. Het impulsieve, directe en tikkeltje opstandige karakter van de doorsnee Israëli is zowel een vloek als een zegen. Israëls socialistische verleden dat de nadruk legde op radicaal egalitarisme, het gevoel van verwantschap onder Joden, het multiculturele en de psychologische erfenis van de zowel de diaspora als de Holocaust spelen allemaal een rol in de cocktail van Israëls collectieve karakter.
Als je Israël bezoekt, hoef je niet lang te zoeken om deze vierende cultuur te vinden. Afgelopen winter vroeg de piloot na het landen op luchthaven Ben Goerion of iedereen nog even wilde blijven zitten. Een deel van de passagiers stond echter toch op. De piloot verzuchtte door zijn microfoon: „Voor iedereen die nog zit: gezegende kerstdagen. Voor iedereen die toch is opgestaan: vrolijk Chanoeka!” Oeps! Of neem het bekende technologiebedrijf Intel. In 2015 presenteerde het een interne handleiding voor het werken met Israëli’s waarin niet-Israëlische werknemers gewaarschuwd werden te verwachten „regelmatig geïnterrumpeerd te worden” en niet te schrikken van „de toon en luidheid van de discussie”.
Het gebrek aan discipline en manieren is de ene kant van de munt, het familiaire en het eerlijke is de andere kant. Ik was net nog maar net in Israël toen ik met de bus naar het centrum van Jeruzalem reed. Een orthodoxe vrouw met behoorlijk wat kinderen stapte in. Ze duwde mij zonder te vragen een baby op schoot toen zij haar kaartjes afrekende. Een knuffel krijgen van een vreemde, of „lieverd” genoemd worden aan de balie is niet ongewoon. De samenleving voelt daadwerkelijk als een grote familie: soms als liefhebbende echtgenoot, soms als bemoeizuchtige tante. Eten wordt van deur naar deur gebracht. Als iemand hulp nodig heeft, kijk je niet weg. Als iets je niet bevalt, dan zeg je het.
Hoe onbeschoft en confronterend onze samenleving vaak ook is, ik zou het voor geen goud willen ruilen voor oppervlakkige vriendelijkheid en onbuigzaamheid. Wat je ziet is wat je krijgt en saai is het nooit. Toen we vorige week bij terugkomst in Israël direct verzeild raakten in een ruzietje over de rij voor de paspoortcontrole –of wat voor rij moest doorgaan– moesten we hard lachen. We waren weer thuis!