Paddenstoelen schieten door regen al vroeg uit de grond
Het is wat ongewoon weer, dit jaar: maart en april nat, mei droog en koud, juni droog en heet, juli en begin augustus nat. Dat heeft zijn weerslag op de natuur. Zo schieten overal al paddenstoelen op – ongewoon vroeg voor de tijd van het jaar.
Het is betrekkelijk rustig in het Schaffelaarse Bos bij Barneveld. De mist van vanochtend vroeg is bezig op te lossen. Tussen de bomen in het park heerst echter nog een verstilde sfeer. In het gras staan oude eiken en daarop groeien al de eerste paddenstoelen – als was het reeds herfst.
Sommige zwammen liggen ondersteboven, mogelijk door honden, want hondenuitlaters lopen in dit park op ieder uur van de dag. Dat betekent uitkijken waar we de voeten neerzetten.
Er zijn lichtbruine paddenstoelen te zien, mogelijk melkzwammen, en witte met een lichtbruine hoed, waarschijnlijk kamrussula’s. Het geslacht Russula is gemakkelijk te herkennen: steel en plaatjes zijn wit, de bovenkant is gekleurd.
Aan het gras hangen guttatiedruppels (‘zweet’) door de hoge luchtvochtigheid. Aan de andere kant van het grasveldje groeien paddenstoelen met buisjes in plaats van plaatjes: heksenboleten.
We gaan verder, richting Koewei. Kijk, fraaie paddenstoelen met een paarse hoed, wellicht zwartpurperen russula’s. Aan de boskant groeit iets vreemds, een grijzig plakkaat met tandjes – mogelijk franjezwam.
Daar fluweelboleten, met typisch fluwelige hoed. Voor een scherpe paddenstoelfoto moet je camera of ellebogen op de grond steunen; na regen voorkomt een vuilniszak dan natte kleren. Inderdaad veel paddenstoelen voor de tijd van het jaar, zowel mycorrhizavormers, die via de ondergrondse schimmeldraden samenwerken met bomen, en saprofieten, opruimers, zoals de prachtige ruitjesbovist.
Melksap
In de jonge laan richting het zogeheten Grand Canal groeit minder, maar toch zijn weer kamrussula’s, een grasleemhoed en gele aardappelbovisten te zien. Dan gaan we het bos in. De aardappelbovisten zijn hier minder geel. Daar groeien mooie bruintjes op een bemoste stronk. Melkzwammen? Klopt, breken geeft meteen wit melksap.
Nog veel meer moois: roodbruine slanke amanieten, duivelseieren van grote stinkzwam, regenboogrussula, parelamaniet, breedplaatstreephoed, poederzwamgast en op dode boomstammen witte bultzwam, roodgerande houtzwam met guttatiedruppeltjes en bittere kaaszwam. De namen zijn al even mooi. Met een parelstuifzwam en een groepje champignons keren we langs de andere kant van de Koewei terug.